zondag 9 december 2012

Supertramp - Fool's Overture (1977, hoogste positie: n.v.t.)


Er zitten natuurlijk, naast de aanzienlijke en evidente nadelen van het hard werken voor een hongerloontje, ook voordelen aan het feit dat ik in de periode na het vertrek van Dikke Joep en de komst van Kutje Lasagna, twee keer zo hard moest werken om de boel draaiende te houden.

Prettige bijkomstigheid was dat Sander Parkinson en Fransje Lauda zich van hun goede kant konden laten zien, en mij ondersteunden waar ze konden. Nog prettiger was dat ik het een beetje zelf voor het zeggen had, wat ik deed, hoeveel ik deed, waarom ik het deed, wanneer ik het deed, en nog belangrijker: wat, wanneer en waarom ik iets níet deed. En misschien nog wel het prettigste van alles, was het feit dat de krenten in de pap voor mij waren, hoewel ik helemaal niet van krenten hield. En trouwens ook niet van rozijnen en olijven, maar dat terzijde.

En dus kon ik naar hartenlust genieten van een topevenement in april 2007. Groots opgezet, met toeters en bellen, had men bij de vliegbasis Volkel besloten om een Formule 1-wagen een wedstrijdje te laten racen tegen een F16. Christian Albers, die toen nog wat leek te betekenen in de autoracewereld, tegen Ralph Aarts, F16-vlieger en met enige regelmaat uitgezonden geweest naar Afghanistan.

Ook wij, van E3 Audio Visio en SkyDive, pakten groots uit. Met vier camera's gingen we naar Volkel. Steven en Gerald uiteraard, want die lieten dit zich niet ontnemen, Jan van de Burelen, en een stagiair luisterend naar de naam Marc, die met mij een sfeerreportage ging maken. Gerald stond met zijn camera bij de start, Jan van de Burelen stond halverwege, en Steven met camera bij de finish, om zo alle benodigde shots te kunnen maken.

De stagiair en ik liepen bij de Vipruimtes rond en schoten daar de verplichte plaatjes. Ik duwde half bekend Nederland, want er liepen nogal wat BN'ers rond, de microfoon onder de neus, en stelde ze de briljante vraag: "Wie gaat er winnen, denkt u?"De meningen waren verdeeld. Men wist het eigenlijk niet. Ook Ralph Aarts hield zich op de vlakte: "We zullen zien. Ik ga mijn best doen", zei hij. Christian Alberts wist het wel, zei hij toen hij het terrein opkwam en wij hem al achteruitlopend probeerden te interviewen. "Ik natuurlijk", zei het kleine mannetje met de grote bek. Waarop de stagiair van schrik struikelde en op zijn snufferd ging. Hilariteit alom.

De beelden die we maakten werden na afloop direct vanaf de vliegbasis zelf doorgestraald naar Omroep Brabant en SBS 6. Zij zouden ze zelf wel monteren. Voor de beelden betaalden ze grof. Daar kon het audiovisuele bedrijfje van Gekke Henkie de rest van het jaar onze salarissen van betalen.

Ik moest daarop wachten. Hoewel ik, met mijn stagiair Marco, ook een item te monteren had voor het televisiejournaal van SkyDive, gingen de beelden voor SBS en Omroep Brabant voor. Dat begreep ik wel. Het leverde geld op. Maar het betekende ook dat ik de deadline niet zou halen. Dat moest dan maar een keer, zei Steven, rechterhandje.

Na het doorstralen van de beelden spoedden we ons naar de televisiestudio van Gekke Henkie in Vudel. Stagiair Marco zat achter het stuur, ik ernaast. Hij reed 160 km p/u over de snelweg als was hij Michael Schumacher zelf. Daarbij draaide hij doodleuk een sjekkie. Ik zweette me een slag in de rondte, was allang blij dat hij niet deed of hij Jos Verstappen was, en keek in mijn binnenzak of ik de cd van Supertramp nog wel bij me had. Dat had ik.

"Supertramp?", had Gerald, linkerhandje, gevraagd. "Ja man, Fool's Overture, de perfecte muziek onder zo'n item", had ik geantwoord. Het zei de Ossenaar niets. "Wacht maar tot je het hoort, deze muziek is heel spannend qua opbouw, en zit bijvoorbeeld ook onder het televisieprogramma De Heilige Koe. Aha. Oké dan.

Het dient gezegd. Het is een prachtig item geworden. Dat wil zeggen: een prachtig item, eh, nou, binnen de mogelijkheden die ik had. En de tijd die ik had. Een shotje van Gerald, een shotje van Steven, een shotje van Jan van de Burelen, vooraf gegaan door wat sfeerbeelden en nietszeggende quootjes, maakten een alleszins acceptabel televisie-item. Met het verkeerde stukje van Fool's Overture. Maar ja, wisten die jongens veel. En ik kon het niet meer veranderen. Want ik moest van alle quootjes nog een radio-item maken. Het werd dus laat.

Nee, veel wisten die jongens niet. Natuurlijk wint de Formule1-wagen van onze Christian, hadden ze gezegd. Voordat die F16 op snelheid is, is Albers allang bij de finish. Niet dus. Zoals ik voorspeld had, was de start voor Albers, lagen ze halverwege ongeveer gelijk, en was Ralph Aarts ruimschoots eerder bij de finish dan de Formule1-wagen van Christian Albers. De ouverture van de dwazen kende alleen maar winnaars. Behalve Christian dan. En ik, maar dat was inmiddels logisch.

zondag 25 november 2012

Johnny Logan - What's Another Year (1980, hoogste positie: 6)


Ruim een jaar liep ik nu vrijwel dagelijks rond in die incestueuze regio, ergens in het lege gebied tussen Oss, Den Bosch, Eindhoven en Helmond. CDA-gebied. Maar dan dat deel van het CDA dat dicht tegen de VVD aanschurkt. Maxime Verhagen-achtige types, ware het niet dat deze rat uit Limburg komt. Maar dat doet voor het beeld nauwelijks ter zake.

In dat jaar hadden we vele mensen zien gaan en komen. Uiteraard in alle radio- en televisie items die dagelijks geproduceerd werden. De mensen die ik had geïnterviewd. Hele beroemde mensen. Maar ook bij die subregionale lokale sufferds van SkyDive RTV zelf.

Gekomen waren Sander Parkinson, de getrouwde homo die zomaar binnen was komen lopen; Jochem Paardenstaart, de autist die gevraagd was, omdat er nu eenmaal iemand voor moest zorgen dat de computers en het netwerk draaiende bleven; Fransje Lauda, onze gemotoriseerde vriend, omdat hij niets kostte vanwege zijn handicap; Kutje Lasagna, die gevraagd werd omdat ze een televisie-opleidinkje had gedaan en een vriendinnetje was van Steven, rechterhandje; en Tonny Verhoeven, die eerst was vertrokken, maar jankend met hangende pootjes op zijn schreden was teruggekeerd.

Vertrokken waren Kees-Jan de Waal, de hoofdredacteur die mij had binnengehaald en tegenwoordig tuinen schijnt te schoffelen; Guido Wijers, man van de ochtendshow, en tegenwoordig zijn geld verdienend bij een Eindhovens radiostation; Wendy van Dijk, telefoonmiep bij een telefoonbedrijf, en nog wel eens binnenlopend; Paula Smulders, die nog aan het bijkomen is van alle perikelen; en nu dus ook Dikke Joep, tot opluchting van velen.

"Jij bent de volgende", zei toen Steven, het rechterhandje van Gekke Henkie, volkomen uit het niets met een zeer foute grijns op zijn gezicht, terwijl zijn baas op de achtergrond goedkeurend meekeek. We hadden het over het vertrek van Dikke Joep, met name, en alle anderen in het algemeen, en deze opmerking had ik volledig niet zien aankomen.

Net toen ik dacht: Kom, laten we er weer eens wat van maken, werd de toon opnieuw gezet door iemand van wie ik dat zeker niet had verwacht. Ik dacht dat wij het goed konden vinden samen. Hij kwam vaak zomaar langswaaien in de voormalige brandweerkazerne, riep dan "peukje?", waarna we lachend sjekkies van Dikke Joep jatten. We lulden over voetbal, vrouwen, en ook in de samenwerking bij televisie-items dacht ik dat er steeds wel overeenstemming was in het uiteindelijke resultaat.

Was ik dan weer naïef geweest? Nee. Van Gerald linkerhandje, wist ik het wel, dat we niet op dezelfde golflengte zaten. En Gekke Henkie zelf had regelmatig kenbaar gemaakt dat hij mij er niet bij wilde hebben. Hij had zelfs verteld dat hij mijn contract na een half jaar niet zou gaan verlengen, wat er ook gebeurde. Dat was tenminste duidelijk.

Maar deze paardenlul had mij blijkbaar nodig gehad in de strijd tegen Dikke Joep, en nu vond deze bebaarde matennaaier het blijkbaar nodig om mij te schofferen waar anderen bij stonden. Anderen die, behalve Gekke Henkie dan, weer eens niet reageerden. Behalve schaapachtig lachen. "Ja, zo gaan we hier in dit rare stukje Brabant nu eenmaal met elkaar om."

Maar niet met mij. Dat moeten ze dus niet doen. Zeggen dat ik er aan ga, Dat ik gedumpt wordt. Dat van mij afscheid zal worden genomen. Dat maak ik dus zelf wel uit. Dan gaan mijn hakken in het zand, recht ik mijn rug, gaat mijn kop omhoog, mijn neus in de wind, mijn kaken in de kramp, mijn billen bij elkaar, mijn schouders eronder. Ook al wilde ik dolgraag weg. Het is sterker dan ikzelf.

En de vader van Steven kende ik ook. De man, eveneens in het bezit van een baard, werkte als vrijwilliger bij SkyDive, zat in het onderwijs, en zette zich in voor goede doelen in Peru. De vriendelijkheid zelve, deze vader van Steven. Ik dacht aan hem, toen ik zei: "Dat zullen we nog wel eens zien. Misschien zit ik hier volgend jaar nog. Ik ben onkruid, Steven, mij krijg je niet zomaar weg." He ja, gezellig, laten we er nog jaartje bij doen. Nee, dat zal toch niet? Maar alleen als ik het wil. Jaar in, jaar uit. Naïef hoor.

zondag 18 november 2012

Beastie Boys - Fight For Your Right (1986, hoogste positie: 10)


- "Maar heb je Dikke Joep dan nooit meer gezien of gesproken?"
- "Goh, daar heb je hem ook weer. Waar kom jij nou weer vandaan?"
- "Ja, duh. Nergens vandaan. Jij voert mij weer op. Laat mij er nou eens buiten, man."
- "Waar bemoei je je dan mee? Maar je hebt helemaal gelijk natuurlijk. Om je vraag te beantwoorden: ja en nee."
- "Ja en nee."
- "Zeker."

Dikke Joep hebben we na zijn zelfverkozen afscheid nooit meer gezien. Op zich natuurlijk best veelzeggend, dat hij zich nooit meer heeft laten zien bij de lokale omroep, waar hij toch zo'n tien jaar lang lief en leed, en bloed, zweet en tranen met de luisteraar, de kijker, en met zijn collega's heeft gedeeld. Of ze dat nou leuk vonden of niet.

Maar van hem gehoord hebben we nog wel degelijk. Een keer. Dikke Joep vond namelijk, en dat had hij ook meermalen geroepen, dat hij zeer veel overuren had gemaakt, met name in de periode dat hij vrijwel niets meer deed. Als interim hoofdredacteur, nadat Kees-Jan de Waal was vertrokken, had hij vele uren doorgebracht aan de tafel in de voormalige brandweerkazerne. En dan heb ik het nog niet eens over de keuken annex rookruimte. Ook daar was hij vaak te vinden, koffie drinkend, en sjekkies rokend.

"Maar", zo riep hij steeds met piepende longen, "op het moment dat ik thuis de deur uitstap ben ik direct aan het werk, en de werkzaamheden houden pas weer op, als ik weer thuis over de drempel stap, en de deur achter me dicht trek. Zo werkt dat, zo is het recht. En recht moet worden gesproken. Dat betekent dat mijn vrouw precies bijhoudt hoeveel uren ik iedere dag werk. En dat zijn iedere dag overuren, die nog wel betaald moeten worden. En dan heb ik het nog niet eens over de extra uren in het weekend, die zelfs dubbel betaald dienen te worden."

En dan bedoelde Dikke Joep niet die keer dat hij werd gesignaleerd op de homo-ontmoetingsplaats in Reek, waar hij dacht heel toevallig op een zondagmiddag met zijn camera te moeten gaan filmen, en daarbij werd betrapt. Of hij daar nou stiekeme homo's wilde filmen zodat hij hen kon chanteren, of dat hij daar zelf een seksuele kick van kreeg, dat is helaas nooit duidelijk geworden.

Maar goed: Hij zei het dus echt, dat van die overuren, en ik dacht er het mijne van. Dat gold ook voor Roomse Robert, Harrie "suikeroompje" Vangeneugden en Gekke Henkie. Dikke Joep diende bij Roomse Robert een naheffing in de vorm van een declaratie in, en die met sikje getooide voorzitter van de stichting Lokale Omroep Vudel overlegde met zijn, met hetzelfde sikje getooide, suikeroompje en met de mafketel, die op zijn beurt de baas was van E3 Audio Visio. Op papier dan. Het driemanschap lachte de declaratie weg. Ja, er werd wat afgelachen.

Dat betekende dat Dikke Joep contact opnam met zijn advocaat -"ja, natuurlijk heb ik een advocaat!"-, en dat het tot een rechtszaak kwam. Ook al was hij er dan misschien wel één, een poot om op te staan, had onze dikke vriend eigenlijk niet. Er was hem immers nooit gevraagd om extra uren te maken, laat staan dat hij kon aantonen dat hij ook daadwerkelijk gewerkt had, in de tijd dat hij van huis was. Dus lachte het driemanschap de declaratie weg, en vond men het nodig zelfs niet op de rechtszaak te verschijnen. Dom.

Dat vond de rechter ook. Zoveel arrogantie kwam hij zelden tegen, zo oordeelde de rechter. Vandaar dat hij ten faveure van onze eetgrage ex-collega oordeelde. Hadden ze maar de moeite en het fatsoen moeten opbrengen om hun kant van de zaak te komen vertellen. Dikke Joep won de rechtszaak en kon een flinke som geld tegemoet zien. Roomse Robert en de stichting gingen in beroep, en uiteindelijk hebben ze de zaak geschikt, waarbij Dikke Joep nog steeds een dikke som geld tegemoet kon zien. Iets minder dik, maar toch de moeite waard. Dat is het laatste wat we van Dikke Joep hebben vernomen.

-"Zie je, het kan dus wel. Een rechtszaak beginnen. Die randdebielen voor het gerecht slepen, en dan nog winnen ook. Dat had jij uiteindelijk ook moeten gaan doen."
- "Bemoei je er niet mee!"

zondag 4 november 2012

E.L.O. - Sweet Talkin Woman (1977, hoogste positie: 24)


In de week dat Dikke Joep afscheid nam van de avonturen binnen de subregionale omroep in Brabant Noordoost, vroeg Gekke Henkie mij of ik de komende maand 35 uur wilde gaan werken. Ik kon moeilijk anders dan "ja" zeggen, want de gekke man was wel zo bijdehand om mij dat te vragen waar anderen bij waren. Ik zei zelfs niet alleen "ja", ik zei zelfs dat ik dat de maanden daarna ook wel wilde, zoals ik al eerder had aangegeven. De alcoholist met de uitstraling van Guus Hiddink lachte schamper. Nee, nee, het gold maar voor een maand, want die nieuwe kracht, die in de plaats kwam van Dikke Joep, had bij haar vorige werkgever nog een opzegtermijn, en wilde nog wat vakantie voordat ze aan de slag ging, vandaar. Een maand. Dus. Ik ging toch maar akkoord. Extra geld is ook best lekker, nietwaar?

Of ik de volgende dag druk was met radio en televisie ("Nou dat denk ik wel"), want hij wilde de nieuwe collega voorstellen aan iedereen, en een rondleiding geven in de schitterende burelen aan de Markt in Vudel, waar ik nu toch al weer een jaar dagelijks rondliep. Dat kon dan mooi rond een uur of twaalf in de ochtend, -of was het in de middag? - want volgens Gekke Henkie was dan iedereen aanwezig. Aha, het sujet was er dus al vanuit gegaan dat ik positief zou antwoorden op zijn 35-uurs voorstel, want anders was ik er om 12.00 uur helemaal niet geweest. Zo had ik zijn dubbele, gespleten tong al weer door, voordat hij het zelf in de gaten had. Maar ja, hoe kon ik nee zeggen? Wat een probleem zou SkyDive RTV dan hebben? Een groot probleem. Gekke Henkie wist het. En ik had natuurlijk toch wel een beetje hart voor de zaak. Hart voor mijn zaak. En dat wist de mafkees.

Niettemin werd de volgende dag de daad bij het woord gevoegd. Zo rond een uur of twaalf kwam Gekke Henkie binnen met iemand, die dus mijn nieuwe collega zou worden, en die min of meer mijn baan zou krijgen. De baan waar ik recht op had, maar die ik niet kreeg. Zij wel, en nog wel beter betaald ook, dan ik ooit zou hebben gekregen. Dat was haar voorwaarde onder welke zij de baan kon accepteren. En zij was immers gevraagd. Door Steven, rechterhandje, en door Gekke Henkie zelf. Dus ze kon wel een beetje eisen stellen.

Ik kende haar. Zij was er vorige week ook bijgeweest, toen het Vudelse theater een groots opgezette perspresentatie hield, voor de programmering van het komende seizoen. We hadden daar aan een grote tafel gezeten, met alle pers uit de regio, aten heerlijk dure broodjes, en luisterden naar de directeur van het theater, terwijl hij via dia's liet zien wie er allemaal wel niet naar Vudel zouden komen. Ze had niet veel gezegd. Een keer zei ze iets, maar dat kon ik niet verstaan. Ze had een hoog, iel stemgeluid, een beetje als een spitsmuis. Niet echt een knappe vrouw, beetje zoals Wendy van Dijk vroeger, maar dan net wat meer vrouwelijkheid. Hoewel het ook zeker weer niet was om over naar huis te schrijven, mocht ik dat ooit eens van plan zijn.

Ik kwam net uit de keuken, waar ik had genoten van een welverdiend bakje koffie en bijbehorende peuk. Ik stond dus achteraan, toen onze nieuwe stercollega aan iedereen werd voorgesteld. Ik gaf haar een hand en zei: "Hoi,.. Bertje,.. welkom."
- "Kutje Lasagna", zei ze.
Kutje Lasagna? Wat een rare naam. Maarja, ik stond inmiddels nergens meer echt van te kijken, want laten we eerlijk zijn: Ik was hier al wat zeer vreemde namen tegengekomen. Maar Kutje Lasagna? Dat verzin je toch ook weer niet?

Omdat ze iedereen een hand had geschut, bleef ze naast mij staan, tikkeltje schuchter om zich heen kijkend.
-"Ik hoop dat we prettig zullen kunnen gaan samenwerken", zei ik.
-"Ja, dat hoop ik ook", zei Kutje, daarbij schuin omhoog kijkend. Groot was ze niet, het schaap.
-"Nou, als je doet wat ik zeg, en goed naar me luistert, komt dat vast goed", besloot ik.
Humor.
Gekke Henkie lachte zijn kunstgebit bloot. "Ha, ha, die Bertje". Ja, we lachten wat af in de sociale werkplaats.

Toen Kutje even later weer vertokken was, vroeg de autistische idiote ICT'er Jochem Paardenstaart hoe dat voelde om je baan ingepikt te zien worden door een jongedame, die meer dan tien jaar jonger is, en net van de opleiding komt.
-"Goed man. Goed", antwoordde ik, en liep met mijn hoofd gebogen naar de keuken voor een welverdiend bakje koffie en bijbehorende peuk.

zondag 21 oktober 2012

Kus - Kus gaat los! (2006, hoogste positie: 9)


Het was de dag dat Gerald, het linkerhandje van Gekke Henkie, en ik naar Volkel gingen voor een televisie-item, dat op de burelen van het omroepje ergens in het centrum van Vudel, een kleine bijeenkomst was georganiseerd. De laatste dag van Dikke Joep. Met taart.

Aangezien Dikke Joep al tijden niet veel meer deed, en vandaag zelfs helemaal niets, kon ik de laatste weken flink aan de bak, en vandaag helemaal. Vandaar dat ik mij had geëxcuseerd voor deze gezellige en feestelijke bijeenkomst, ook omdat er nu eenmaal nieuws gemaakt moest worden. En aan het eind van de dag werd er toch weer een nieuw en vers TV-journaal verwacht.

Dus ging ik met Gerald naar Volkel om daar kinderen op een school en in het centrum te filmen, samen met een moeder van een van de kinderen. Deze klas van basisschool De Vlieger had het lumineuze idee opgevat om het meidengroepje Kus naar Volkel te halen voor een concert. Daartoe dienden zoveel mogelijk mensen te stemmen op een speciaal opgezette website. Als de meeste stemmen naar De Vlieger gingen, kwamen de meiden van Kus naar Volkel. Was dat niet het geval dan traden ze ergens anders op. Maar dat is logisch.

Ze konden iedere extra aandacht gebruiken want de concurrentie van met name een basisschool in Noord-Holland was hevig. Bovendien speelden zij daar in Noord-Holland vals, en manipuleerden zij die website, zo wist diezelfde moeder van een van de kinderen te vertellen. Een schandaal, dat konden wij ons voorstellen. Zo niet, dan maakten wij dat er wel van.

We namen de kinderen mee naar het centrum van Volkel, stelden ze netjes op, en zetten ze daar allemaal tegelijk op beeld. Vandaar uit lieten we ze schreeuwen en natuurlijk een liedje zingen: 'Kus gaat los!' Gerald zoemde snel in, en weer snel uit op het gezelschap, en ik had de verplichte gesprekjes met de organiserende moeder, en met een aantal kinderen, op wie ik de meest geweldige vragen afvuurde. Vaak waren de antwoorden niet langer dan een halve zin, want kinderen van die leeftijd, een jaar of 10, blijven lastig te interviewen. Toch werd het een leuk item.

Op de terugweg zei ik tegen Gerald:
-"Vandaag is de laatste dag van Dikke Joep. Er is taart."
-"Interesseert me niks. Eindelijk zijn we van die eikel verlost", antwoordde de sympathieke in Oss woonachtige cameraman.
-"Dat zei Steven ook al. Nou ja, even een handje schudden, en dan zijn we van hem af", probeerde ik nog.
-"Niks ervan. Die vetklep krijgt geen hand van me. Zo hypocriet ben ik niet. Ik ben blij dat hij weg is, en dus krijgt hij geen hand van me," foeterde Gerald. "Ik ga zelfs niet mee naar binnen".

Gerald hield woord. We kwamen aan bij de voormalige brandweerkazerne, en besloten door de achteringang naar binnen te gaan. Over de loopplank kwamen we bij de wc's binnen, en zo direct in de keuken annex rookruimte. Daar bleef Gerald staan en pakte een welverdiend kopje koffie. Ik liep door, om de spullen van het eerste item klaar te leggen voor montage later op de dag, en de papieren en gegevens voor het volgende item op te halen.

Daar zaten ze, in de ontvangstruimte, aan de grote tafel. Gekke Henkie, de directeur van E3 Audio Visio; Roomse Robert, voorzitter van de stichting Lokale Omroep Vudel; Tinus Brandsma, de zelden aanwezige hoofdredacteur van het omroepje, en Dikke Joep, het feestvarken zelf. Het was een gezellige boel. Er was taart. Sander Parkinson en Tonny Verhoeven waren in geen velden of wegen te bekennen.

"Hoi", zei ik. En liep naar Dikke Joep. Ik gaf hem een hand, iets waarvoor hij me later op de dag nog zou bedanken ("Van Steven en Gerald heb ik niet eens een hand gehad!"). Tja, hypocriet of niet. Het was toch ook een vorm van fatsoen. Van opvoeding. Beschaving. En beleefd, en zo.
"Het ga je goed", zei ik ook nog. Waarom niet? Ik had toch ook veel van hem geleerd, al was het dan met hangen en wurgen en tegen heug en meug. Maar daarna liep ik wel door. Geen taart voor mij, en een kus kon hij helemaal op zijn dikke buik schrijven.

Ik pakte mijn spullen en liep weer naar achteren, om naar het volgende nieuwswaardige onderwerp te gaan, de vier musketiers zwijgend in hun gezelligheid achterlatend. Hij schijnt nog wel kussen gehad te hebben van Tinus Brandsma, maar die wist ook verder niet beter. Dat was het dan voor Dikke Joep. Tien jaar lokale omroep Vudel zaten er op. Hij moest verder. En wij ook.

zondag 14 oktober 2012

Live - The Dolpin's Cry (1999, hoogste positie: 10)


Het hoeft nauwelijks enig betoog dat Dikke Joep in de laatste maand van zijn werkzaamheden voor SkyDive, en in dienst van E3 Audio Visio, niet veel meer deed. Hij zat nog een beetje aan tafel in de ontvangstruimte, muziekjes in te voeren in het systeem, waarvan hij vond dat die wel gedraaid konden worden op een Veronica-radio gelijkend station ergens in Noord-Oost Brabant. Hij geloofde het verder allemaal wel. "Hey, wat kan Gekke Henkie doen? Mij ontslaan?" was dan ook een veelvuldig gehoord commentaar van de zijde van de vetklomp.

Toch zou hij nog een keer flink van zich laten horen. Steven en ik hadden namelijk het plan opgevat om een prachtig item te gaan draaien. Daartoe vertrokken we op een mooie zonnige dag al in alle vroegte naar Harderwijk om daar te gaan filmen. We namen het busje en zeer veel apparatuur mee, en stonden al snel in de file, zoals dat toen in 2007 regelmatig gebruikelijk was. En Harderwijk was, zeker vanuit Vudel, niet echt naast de deur. Het was dus een hele onderneming. We waren echter ruimschoots op tijd.

In het Dolfinarium in Harderwijk werd een cheque uitgedeeld door een jong meisje uit Vudel, vergezeld door haar beide ouders, aan de Stichting Sam, een stichting die zich inzet voor kinderen met het syndroom van Down. Stichting Sam zorgde er voor dat de kinderen konden zwemmen met dolfijnen, want dat zou goed zijn voor hun ontwikkeling. Kortom: nog een nobel initiatief ook. En wij waren erbij.

Steven maakte prachtige beelden. Van vader, moeder en dochtertje. Van dolfijnen. Van een trainster met dolfijnen. Van kinderen met dolfijnen. Van de overhandiging van de cheque. En ik maakte prachtige interviewtjes. Met het Vudelse gezin. Met de trainster. En met de voorzitter van de Stichting Sam. Het nam allemaal flink wat tijd in beslag, maar iedereen vond het dik de moeite waard.

Om tijd te besparen had Steven apparatuur meegenomen, zodat ik op de terugweg al voor het grootste deel kon monteren, terwijl hij de hele weg terugreed. Ik zocht de beelden uit, de geschikte quootjes, en schreef er en passant de voice-over tekst bij. Dit zou ons aanzienlijk tijd besparen zodat we het item bij terugkomst in Vudel direct in elkaar konden steken. Dan kon het item nog ruimschoots mee in het TV-journaal. Bovendien, zo hadden we al van tevoren bedacht, werd het zo'n mooie televisiereportage dat we het vast konden verkopen aan Omroep Brabant en SBS6.

We kregen het allemaal mooi op tijd af, het zag er prachtig uit, en we waren dan ook aan het eind van deze lange dag dik tevreden. Maar, over dik gesproken, we hadden buiten Dikke Joep gerekend. Hij was het er niet mee eens. We waren de hele dag weggeweest, de redactie was volledig op zijn schouders terecht gekomen, voor een televisiereportage stond zo'n twee-en-een-half uur werktijd, en het was niet in de regio geweest. Dit kon zo niet, kostte veel te veel tijd en geld, en was niet effectief, zo vond de vaak in Duitse supermarkten verkerende toekomstige buschauffeur. "En dat heb ik Gekke Henkie dan ook ruimschoots laten weten, ja!"

We moesten dan ook de volgende dag op het matje van Gekke Henkie komen. Alweer. Alleen was het dit keer een heel ander matje dan de keren dat ik er alleen op moest knielen en billenkoek kreeg. Het was meer voor de vorm. "Dit was inderdaad een duur item geworden, helemaal in Harderwijk, en hoe mooi het er ook allemaal uitzag, dat kon toch niet echt de bedoeling zijn. En helaas, Omroep Brabant en SBS6 hadden geen interesse".

Hadden die wel interesse gehad dan waren de kosten al terugverdiend, voordat Dikke Joep kostenplaatje, en baten en lasten, had kunnen zeggen. Maar helaas, het was niet zo. Toch was aan Gekke Henkie te merken dat hij het allemaal niet zo heel erg had gevonden. Maar hij vond blijkbaar dat hij nog één keer Dikke Joep moest paaien, zo op de valreep. We zaten dan ook op het matje, en zagen de glimlach om de mond van de krankzinnige baas. En ook Steven knipoogde daarna, dat hij het leuk had gevonden, dat het een mooi tem was geworden, en dat Dikke Joep dood kon vallen. Dat meende hij. Letterlijk. We gaven hem daarna dan ook geen enkele aandacht. En ik? Ik haalde mijn schouders maar weer eens op. Het was ook nooit goed. Hoe goed het ook was. Ik wende er al een beetje aan.


zondag 30 september 2012

Deep Purple – Smoke on the Water (1971, hoogste positie: 11)


Normaal gesproken zou ik dit hoofdstukje kunnen beginnen met de opmerking dat er, na de mededeling van Dikke Joep dat hij ging vertrekken, een grappige tijd aanbrak. Dat zou echter gelogen zijn. Er was nog steeds niets grappigs aan SkyDive RTV. Toch was de stemming, in maart 2007, zeker niet slecht in het incestueuze Vudel.

Dikke Joep was blij, dat hij een nieuwe baan had gevonden. En verder was iedereen blij dat Dikke Joep ging vertrekken, hoewel Sander Parkinson daar niet blij om was. Hij was gewoon altijd blij, of Dikke Joep nou linksom of rechtsom ging.

We waren een hele korte periode allemaal zo ontspannen, dat we besloten om de nicotine aan de wilgen te hangen. Hoewel je in dit geval beter kon spreken van de tabaksplant. Als we allemaal zouden stoppen met roken, dan zouden we dat best wel eens vol kunnen houden. Zo gezegd, zo gedaan.

Sander Parkinson hield het een halve dag vol. Het ontbrak hem aan ruggegraat. Hoewel je dat eerder bij iemand als Fransje Lauda zou verwachten. Dikke Joep hield het een dag vol, maar hij gaf de schuld aan Sander Parkinson, want een slecht voorbeeld deed nou eenmaal goed volgen. Zelf hield ik het twee dagen vol, maar ook ik kon gemakshalve iemand anders de schuld geven: Gekke Henkie.

-“Gekke Henkie, kunnen we even praten?”.
-“Ja, even.”
-“Ik zat te denken, nu Dikke Joep vertrekt, dat ik wel zijn baan over kan nemen. Dat ik nu 35 uur in de week ga werken, en dus als het ware zijn contract krijg.”
Gekke Henkie keek op van zijn krant.
-”We hebben al iemand anders gevonden,” zei de gek.
-”O?”, sprak ik. “Ik vind anders wel een beetje dat ik daar recht op heb, meer dan een nieuw iemand.”
-”Nee, vind ik niet. Bovendien kan ik maar één iemand een contract van 35 uur aanbieden, en deze persoon komt voor minder niet bij ons werken, en dat is dus al toegezegd.”
-”O?”,.. “Wanneer dan?”
-”Nou, dat doet er verder niet toe.”

Hij lulde weer een slag in de rondte waar de mussen dood uit de lucht van vielen, maar veel kon ik er verder niet aan doen. Achteraf bleek dat hij al een gesprek met deze persoon had gevoerd, toen de overnameplannen van E3 Audio Visio nog niet eens in kannen en al zeker niet in kruiken waren. Destijds werd hij echter ingehaald door de plannen van Paula Smulders, dat zij eiste dat al het personeel meeging in de nieuwe constructie, en dat er daardoor nog geen plek was voor deze nieuwe persoon. En nu dus wel, blijkbaar. Gekke Henkie had deze persoon al benaderd toen de inkt van het nieuwsbericht dat Dikke Joep achter het stuur van een bus plaats zou gaan nemen nog niet eens droog was.

Daarna moest ik me haasten naar een of anders persmoment in het plaatselijke theater, vanwege de nieuwe “spectaculaire” programmering in het nieuwe “fantastische” seizoen. Sander Parkinson was er voor de radio. Gerald met een camera. De lokale pers was voltallig. Er was taart, en een drankje. Het ging langs me heen allemaal, en dus ook dat er een persoon zat, die verder niets zei, en die ik later veel vaker zou gaan zien: Mijn nieuwe collega. Maar dat wist ik toen dus nog niet. Ik wist alleen dat ik zin had om te roken.

En dus liep ik daarna van het theater, via de supermarkt, naar de voormalige brandweerkazerne. Om wat te roken te kopen. Ik had het verdiend. Ik had het nodig. Stoppen met die rotzooi moest nog maar even op zich laten wachten. Bovendien had ik het langer volgehouden dan Dikke Joep en Sander Parkinson. Hoewel dat feit er niet voor zorgde dat mijn stemming opnieuw verbeterde. En trouwens, dat deed het roken ook niet.

zondag 16 september 2012

Höllenboer – Busje komt zo (1995, hoogste positie: 1)


We kunnen er lang en breed om heen draaien, en allerlei nevenpaden inslaan, maar feit was dat ergens in maart 2007 de situatie bij de halve zolen in Vudel drastisch veranderde. Ik voelde het ook direct bij binnenkomst toen ik op een dinsdag de voormalige brandweerkazerne binnenkwam. Hoewel het eigenlijk als een woensdag voelde, maar dat doet verder niet ter zake, en is dus volledig terzijde. Hier was wat aan de hand. Maar wat?

Nou, ik hoefde niet lang te wachten op het antwoord. Dikke Joep zat aan de grote tafel in de ruimte die je bij binnenkomst als eerste betreedt, en die ook wel ontvangstruimte werd genoemd, hoewel je daar met goed fatsoen niemand echt kon ontvangen. Hij keek me onderzoekend aan.

- “Ik heb me een nieuwe baan”, sprak de dikke man met zijn zoetgevooisde stemgeluid. Hij vertoonde daarbij geen emotie en bleef me onderzoekend aankijken, speurend naar een reactie of emotie bij mij. Die kwam er niet, omdat ik nog even geen mening had, verrast als ik was.
- “O?”, zei ik dan ook. “Wat voor baan?”
- “Ik word buschauffeur”, slikte hij half in, want hongerig bleef Dikke Joep. Hij bleef me bovendien onderzoekend aankijken, maar ik reageerde niet zichtbaar. Dat mijn hart een sprongetje had gemaakt, hoeft nauwelijks enig betoog.

Ik kon ondertussen over zijn schouder kijken naar de redactieruimte waar Fransje Lauda net deed of hij hard aan het werk was met de kabelkrant. Hij glimlachte wel, keek op en knipoogde naar me. Op een heteroseksuele manier natuurlijk, maar ook daar hoeft verder niet echt een woord aan vuil gemaakt te worden.

- “Buschauffeur? Goh”. Uitgestreken gezicht.
- “Ja, ik heb jaren geleden al mijn groot rijbewijs gehaald, zowel voor de vrachtwagen als ook voor de bus. En nu kan ik dan aan slag. Ga ik eindelijk weer een normaal salaris verdienen, zoals het hoort. Want ja, ik heb ook een gezin te onderhouden, hè?” Eveneens uitgestreken gezicht.

Gezin te onderhouden. Ha, een vrouw en een hond heeft ie. Waarbij hij vindt dat de vrouw, ook al is ze dan van Duitse afkomst, niets hoeft te doen. Niets hoeft bij te dragen aan onze schitterende samenleving of aan het huishouden van Dikke Joep. Behalve dan natuurlijk vlees kopen bij de Aldi.

- “Gefeliciteerd”, zei ik, zonder enige moeite.
- “Bedankt”, zei Dikke Joep. “Zou jij ook moeten doen.”
- “Wat? Buschauffeur worden? Nou, dat dacht ik nou ook weer niet.”
- “Nee, iets anders zoeken, een andere baan.”
- “We doen ons best.”
- “Maar,.. dit biedt ook wel weer kansen voor jou.”
- “Hoe dan?”
- “Nou, mijn baan komt binnenkort ter beschikking. Ik heb natuurlijk wel twee maanden opzegtermijn, maar aangezien ik nog veel vakantiedagen heb, ben ik over een maandje weg. Als ik jou was zou ik snel Gekke Henkie aan zijn stofjasje trekken, en zeggen dat je nu 35 uur wil gaan werken. Dat je mijn baan wilt. Maar ik zou wel snel zijn als ik jou was.”

Ja, daar had de ietwat vet aangezette veertiger natuurlijk wel gelijk in. De een zijn dood is de ander zijn brood, en zo. Die trein, of busje, kwam misschien maar een keer voorbij. En ik had er natuurlijk wel een beetje recht op. Maar ja, 35 uur, in Mongolië,.. dat is nogal wat. Aan de andere kant, ik werd maar betaald voor 25 uur, ik maakte wel elke week veel meer dan 30 uur. Dus zo’n probleem kon dat niet zijn. Tijd om Gekke Henkie aan zijn mouw te trekken. Daar viel vast wel een mouw aan te passen. Het was een mooie dag. Die dinsdag. Of woensdag, daar wil ik van af zijn.

zondag 26 augustus 2012

Theo Maassen – Lauwe Pis (2007, hoogste positie: 1)


Het is zo evident, dat je het bijna zou vergeten: Het jaarlijkse hoogtepunt voor iedere geboren en getogen Vudelnaar, en ook voor een ieder die zich import-Vudelnaar noemde, en dat zijn er nogal wat: Carnaval! Dat betekende ook bijna automatisch dat dit festijn voor mij ieder jaar een dieptepunt betekende, al wist ik dat in mijn eerste echt volle jaar bij SkyDive nog niet.

Gekke Henkie had een heel programma samengesteld, waarbij iedereen, vrijwilligers en beroeps-SkyDivers, een steentje zou bijdragen. Alles werd verslagen, overal gingen we naartoe. Gerald en Steven filmden, en er werd zelfs een extra cameraman ingehuurd. Jan van de Burelen maakte overal foto’s van, en die werden door Fransje Lauda op de website en de kabelkrant geplaatst.

Sander Parkinson, Dikke Joep, een aantal vrijwilligers, en ook ik, deden verslag voor radio en televisie van alles wat er zoal rond carnaval te doen was. Daar werd ’s avonds op Tv een compilatie van gemaakt en dat luisterde naar de naam ‘Rundje Carnaval’. Jochem Paardenstaart deed veel radio. Die mocht niet op tv, voor de camera, want tja, je moet wel kijkers overhouden. En Jochem Paardenstaart op tv: daar waren niet veel beeldbuizen tegen bestand.

Ik werd ingedeeld om samen met Steven een verslag te doen van Toeternietoe. U zegt? Toeternietoe. Het zei mij ook niks, maar het bleek te gaan om een toeterfestijn, met toeters. Dacht ik. Bandana op mijn hoofd, ooglapje voor, reed ik goedgemutst met Steven, getooid met boerenkiel, richting de markt van Vudel. “Eerst even een paar biertjes drinken”, zei Steven, en dat kon ik niet echt erg vinden.

Op de markt in Vudel bevond zich een groot podium. Op dat podium stonden heel veel mensen met trompetten, saxofoons, hoorns en wat dies nog meer voor een spul zij. Was dat dan Toeternietoe? Hoe kon ik daar nu verslag van doen? Nee, vertelde Steven, het ging om al die mensen voor het podium. Die deden allemaal mee aan een Stoatoafelwedstrijd. Aha. Het bleek dat vele carnavalvierende Brabantse zatlappen een eigen statafel hadden gefabriceerd, en die werden door een dronken professionele jury beoordeeld.

Een hele hoge stoatoafel zat erbij, waardoor ik op een ladder moest, terwijl ik gefilmd werd tijdens het ondervragen van de lavelozen. Eén man had een statafel van zijn rollator gemaakt, een ander van zijn scootmobiel, en eentje was zelf een statafel. Het was een gekkenhuis. De winnaar zou later die avond wel bekend gemaakt worden, maar eigenlijk deed het er niet toe. Het toet er nie toe, zou men daar zeggen: iedereen was een winnaar. Of een loser, ligt er maar aan hoe je het bekijkt. Met of zonder ooglapje.

Het was koud en regenachtig, en we namen nog een biertje, toen er een vrouw naar me toe kwam.  “Wil je eerst pizza en dan mee naar mijn huis, of ga je meteen mee, en nemen we daarna pizza?” zei ze.
“Eh,” hakkelde ik, “doe maar eerst een pizza.”
 Ik had duidelijk niet genoeg bier op, wat ook niet zo gek was, want ik moest natuurlijk nog rijden, terug naar Nijmegen. Ik wenkte Steven, die even verderop aan het versieren was, of versierd werd, dat we moesten gaan, en bedacht me op de terugweg dat ik dat volgend jaar, bij leven, welzijn, en genoeg alcohol achter de kiezen, anders zou gaan doen. Hoop doet leven, maar dat doet er niet toe.

De nummer 1-hit van 2007 was Lauwe Pis van Theo Maassen. Voor het eerst in vele jaren had een carnavalsnummer weer de hoogste positie in de charts behaald. We draaiden ‘m op de radio. Heel af en toe, voornamelijk in de avond. Dikke Joep vond de tekst te expliciet. Voor deze zichzelf respecterende subregionale omroeporganisatie. En voor de doelgroep. Diezelfde halvezolen die het nummer meezongen. Meelalden. Gekkenhuis.

zondag 19 augustus 2012

The Equals – Baby, Come Back (1966, hoogste positie: 6)


Tonnie Verhoeven was terug. De goede man, neef van Gekke Henkie, had het precies 3 maanden volgehouden bij een of andere telefoonwinkel in Vudel, toen hij met hangende pootjes terugkwam. Hij had het daar niet naar zijn zin. Zei hij. Hij was weggegaan omdat hij niet in zee wilde met Zomer Uitgevers, maar dat verhaal was helemaal niet doorgegaan. Dus kwam hij terug, om weer acquisitie te doen, zendtijd te verkopen. En Gekke Henkie nam hem terug. Tegen hetzelfde salaris, twee keer zoveel als ik. Omdat hij zijn neef was, omdat hij de markt kende en omdat Petra Smulders overspannen was.

Petra Smulders. Ik heb haar nog een keer gezien. Toen ze jankend afscheid kwam nemen. Ze trok het niet meer. Dankzij haar had ik een contract gekregen bij E3 Audio Visio, omdat ze had geëist dat iedereen meeging in de nieuwe constructie. Ik dus ook. Maar tijdens haar afscheid kon ze het niet nalaten om mij toe te fluisteren dat ik daar in dat krankzinnige stukje Noord-Brabant niet op mijn plek was. Ik moest haar gelijk geven.

En er was rossige Fransje. Fransje Lauda. Hij kwam ons team in maart 2007 versterken. Hij werkte al als vrijwilliger bij SkyDive RTV, en hij was degene die werd gebeld om voor mij in te komen vallen, toen ik zo fantastisch op staande voet werd ontslagen, omdat ik mij ziek had gemeld, schobbejak die ik was.

Fransje Lauda zat in een invalidenwagentje. Hij kon niet lopen, en eigenlijk kon hij nog veel meer niet. Hard werken bijvoorbeeld. Hij was rossig. Hij had zijn rechterhand continu op het pookje van zijn invalidenwagentje, zodat hij zich kon voortbewegen. Bellen deed hij bij voorkeur met een headset. Als hij telefoneerde. Deed ie zo min mogelijk. Had telefoonangst. Rossige Fransje zat op de school voor de journalistiek. In zijn laatste jaar. In dat laatste jaar zou hij altijd blijven.

Gekke Henkie had Fransje Lauda aangenomen. Voor 15 uur in de week, 5 keer 3 uur. ’s Middags, zodat hij kon uitslapen. In die drie uur per dag zou Fransje de kabelkrant bijwerken, en eventueel nog een nieuwsberichtje schrijven, hoewel hij daar niet zo goed in was. Had ie nooit echt geleerd. Fransje Lauda zou Dikke Joep en mij ontlasten, zodat wij ons meer op radio en voornamelijk televisie konden gooien. Hadden we nu meer tijd voor. O ja, en Fransje Lauda was gratis.

De jonge vierwieler was een Wajonger. Dat betekende in dit geval dat hij Gekke Henkie niets kostte. Alles wat Gekke Henkie hem betaalde kon hij weer vergoed krijgen. Met rente. Subsidie, voor zogenaamde aanpassingen in het pand. Fransje Lauda was aftrekbaar. En dat was maar goed ook, want daar had hij zelf nogal moeite mee, met zijn pookje. Dus je zou kunnen zeggen dat ik met dat beetje belasting dat ik betaalde, min of meer zijn salaris betaalde. Maar nu zeur ik iets teveel, hoewel ik niet echt zeur.

En toch was Fransje Lauda welkom. Hij kon niet veel, letterlijk en figuurlijk, kostte niets, maar had toch een vermakelijke grote bek. En bovendien in zijn eerste week dat hij in dienst was bij E3 Audio Visio, had hij een aantal aanvaringen met Dikke Joep. Hij gaf hem van repliek op een manier die ik nooit gedurfd had. Tot grote vreugde en hilariteit van ondergetekende. En ook al bleek steeds dat Fransje Lauda hartstikke ongelijk had, en Dikke Joep op hoge poten excuses van hem eiste vanwege zijn grote mond, gaf hij die niet. Ja, en dan heb je bij mij al snel een streepje voor.

Fransje Lauda. Officieel kwam hij een maand later in dienst dan ik bij E3 Audio Visio. Hij zou me nooit inhalen, hoe hard hij ook reed met zijn wagentje.

zondag 22 juli 2012

Eddy Grant – Gimme Hope Jo’Anna (1988, hoogste positie: 1)


Uiteraard was ik er blij mee dat ik tijdens de enige redactievergadering die we ooit gehad hebben steun kreeg van Steven, rechterhandje van Gekke Henkie, die vaak getooid was met een baard van minimaal een week, hoewel hij de leeftijd van 30 jaar nog niet bereikt had. Het paste wel bij hem, want hij had een grote interesse in alles wat zich ten oosten van het voormalige IJzeren Gordijn bevond. Hij zag er Russisch uit, en eigenlijk konden we het het eerste jaar –ja,ja, zo lang was het al- van mijn aanwezigheid in Vudel, dat krankzinnige deel van Nederland, best goed samen vinden. Dacht ik.

Misschien kwam het omdat we een gemeenschappelijke hekel hadden aan Dikke Joep? We rookten stiekem zijn shag of sigaretten op, wanneer hij op reportage was en zijn rookwaar in de keuken van de sociale werkplaats had laten liggen. En wanneer we samen op pad waren, en dat kwam maar zelden voor, voor een televisie-item, dan lachten we wat af om de streken van de oversized redacteur bij deze subregionale omroep.

Op een dag, ergens in februari 2007, hadden we zelfs voor het eerst een mooi item samen gemaakt, met archiefmateriaal aangekleed, over Oldies Back on Stage. Naar aanleiding van de perikelen tijdens dit festivalletje, waar illustere namen als Mud en Slade acte de présence gaven, het jaar daarvoor, had de burgemeester besloten dat er minder toeschouwers naar toe mochten. Dat betekende een financiële strop voor het theater en de zeer homoseksuele directeur was daar nogal verbolgen over.

We lieten beiden aan het woord over de kwestie, netjes hoor en wederhoor toepassend, hoewel we het eigenlijk net verkeerd om deden want we spraken eerste de burgemeester en toen pas de theaterdirecteur. Maar de boosheid en het archiefmateriaal kwamen beiden goed naar voren. Steven tevreden en ik tevreden. “Mooi item hoor”, zei het rechterhandje.

Op de terugweg vroeg Steven of ik zin had om langs te gaan bij de nieuwe radio en televisiestudio’s op het industrieterrein, waar de bouw van het nieuwe pand inmiddels al aardig gevorderd was. Tuurlijk, antwoordde ik, hoewel ik eigenlijk nauwelijks tijd had, druk als ik meende te zijn.

Steven liep daar rond met een enorme grijns op zijn gezicht. Hij was er maar wat trots op, en het dient gezegd: Voor een audiovisueel bedrijfje, samen met een lokale omroep, was het ook tamelijk indrukwekkend. De euro’s van Harrie Vangeneugden, suikeroompje, mochten blijkbaar rijkelijk vloeien.

“Hier komen dan de televisiestudio’s”, pochte de Oost-Europeaanse  Wannabe. We liepen door een deur. “En hier komen dan de montageruimtes voor radio en tv. Drie stuks. En dit wordt de wc”. Ook die zag er indrukwekkend uit. We liepen door de gang. “En hier rechts de inspreekcel voor radio en tv”, ging het rechterhandje verder. En de hoek om. “Hier rechts komt het kantoor van Gekke Henkie. Daar links de ruimte voor de acquisitie. Daarnaast de keuken, en daar tegenover de ontvangst- en presentatieruimte. Naast het kantoor van Gekke Henkie komen jullie dan te zitten, op de redactie, met glas tussen de ruimtes, zodat Gekke Henkie jullie goed in de gaten kan houden.”

Hij grijnsde. Ik grijnsde met hem mee. Als een boer op bezoek bij de tandhygiëniste. “Mooi he?” vroeg Steven retorisch. Ik beaamde het toch. Het zag er goed uit. “We gaan hier mooie dingen maken”, besloot hij. Ik moet zeggen dat ik toch wel enigszins aangetast werd door zijn enthousiasme. Ik had het voor deze dag ook nog nooit bij hem waargenomen. En even had ik de hoop, dat het allemaal toch nog goed zou komen. Hoewel een stemmetje in mijn hoofd mij meteen tot de orde riep, want die was blijkbaar wel wijzer geworden van het afgelopen jaar. Ik ook wel trouwens. Eerst zien, dan geloven. Hoop doet dan wel leven, maar deze hoop zou altijd een geurtje blijven houden. Nee, deze hoop zou zelfs gigantisch gaan stinken. 

zondag 8 juli 2012

Gnarls Barkly – Crazy (2006, hoogste positie: 3)


Gekke Henkie had het plan opgevat dat het wel goed zou zijn als er iedere week een redactievergadering zou plaatsvinden, de idioot. Om het goede voorbeeld te geven zou hij zelf de eerste redactievergadering voorzitten, en daarna zou het redactionele gedeelte van SkyDive RTV, bestaande uit Dikke Joep, Sander Parkinson, mijzelf, en wellicht zelfs Jochem Paardenstaart vanaf 1 maart aanstaande, zelfstandig wekelijks om tafel zitten. Het zou er nooit van komen.

Dus daar zaten we dan, op een dinsdagmiddag, zo rond de klok van twaalven, wat dus inhield dat ik me vroeger diende te melden, dan waarin mijn contract voorzag. En zo zou het dus wekelijks dienen te zijn, want ik moest er nou immers, volgens de besnorde mafketel, rekening mee houden dat een journalist 24 uur per dag aan het werk was, ongeacht het contract en de beloning. Bovendien moest ik mij van mijn goede kant laten zien, met het oog op de ontwikkelingen van de afgelopen weken, waarin ik zomaar ziek was, een nieuwsbericht had gecopypaste, en o ja, dat derde akkefietje, waarvan niemand ooit de naad en en het kousje zou weten. Mooi woord: akkefietje. Kousje trouwens ook.

Gekke Henkie nam het woord en begon uiteraard allereerst met te melden dat hij hier liever ook niet zat, maar dat hij nou eenmaal tegen zijn zin in gedwongen werd, min of meer, om SkyDive over te nemen, en bla, bla, bla... het werd eentonig. Daarna vond de psychiatrisch patiënt het nodig om te melden, dat het wel de bedoeling was dat wanneer de redactie een cameraman op pad stuurde voor het maken van beeld bij een beelditem, de cameraman wel was aangemeld, “iets wat Bertje dus had verzuimd gisteravond, toen Gerald de uitreiking van een lintje zou gaan filmen.”

“He, maar dat heb ik wel gedaan”, riep ik.
“Heb je niet”, schreeuwde Gerald.
“Wel waar man, ik heb de gemeente gebeld!”schreeuwde ik nog iets harder.
“Niet”, schreeuwde Gerald, “ze wisten van niks.”
“Kom, we bellen ze nu op! Dan zul je zien dat ik wel gebeld had!”
“Okee, bel ze maar op!”

“Nou, dat hoeft nu niet”, onderbrak Gekke Henkie, “maar de volgende keer moet het goed geregeld worden”.
“Aaargh”, zuchtte ik.
“Erger vind ik”, ging Gekke Henkie verder, “is dat je je volgens Jan van de Burelen laatst slecht had voorbereid op een gesprek met gedeputeerde Onno Ruup. Je wist helemaal niet wat hij deed bij de Provinciale Staten”,..
“Wel godverdomme”, en ik sloeg hard met mijn vuist op tafel, iets wat ik nog nooit in mijn leven had gedaan, en wat achteraf een goede actie bleek te zijn. “Ten eerste wist ik wel wat hij deed, maar ik liet het hem vertellen, omdat dat nou eenmaal beter is voor de radio, en ten tweede is het moeilijk voorbereiden als je bij binnenkomst in dit dorp, meteen door moet naar een afspraak, en ten derde als Jan van de Burelen iets te melden heeft, moet hij dat in mijn gezicht doen. Godverdomme!” De tranen schoten in mijn ogen. Van woede, en mij aangedaan onrecht.

“Nou, nou”, probeerde Tinus Brandsma de boel te sussen.
“Je hebt er in ieder geval over nagedacht”, bracht rechterhandje Steven in, waarmee hij de stemming wel wat milder deed omkeren.
Wat er verder allemaal nog gezegd werd, ging volledig langs me heen. Ik brieste van binnen. Kookte. Maar nog niet over. Waren deze mensen nu allemaal gek geworden? Hartstikke gek? Van Gekke Henkie wisten we dat natuurlijk, getuige zijn naam. Maar de rest? Waren ze gek? Of probeerden ze mij gek te maken? Of was ik al gek? Lastig, als iedereen gek is, en jij bent normaal, is iedereen dan wel gek? Of ben jij het al?

Het enige voordeel achteraf is, dat ik vanaf nu anders in het werkzame leven ben gaan staan. Minder gespannen, minder gestrest, minder perfectionistisch, onverschilliger. Daardoor zou de kwaliteit, hoe gek ook, van mijn werk uiteindelijk omhoog gaan. En ik zou mij er prettiger bij gaan voelen. Want wat kon mij het eigenlijk allemaal schelen? Helemaal niets meer. Mij kregen ze niet gek.

Aan het eind van deze eenmalige redactievergadering boksten Gerald en ik met de vuisten tegen elkaar. Een boks, waarmee min of meer gezegd werd, dat we vanaf nu beter zouden samenwerken. Er werden geen woorden meer aan vuil gemaakt. Zonder dat er nu sprake was van warmte, was de verstandhouding vanaf dat moment een stuk beter. Gek hoor.

zondag 24 juni 2012

Commodores – Three times a Lady (1978, hoogste positie: 3)


In tien dagen tijd had Dikke Joep mij twee keer dusdanig proberen zwart te maken dat het misschien wel einde oefening voor mij zou kunnen zijn bij RTV SkyDive, of in dit geval E3 Audio Visio, want daar stond ik inmiddels onder contract. Al verrichtte ik mijn werkzaamheden ten behoeve van dat achterlijke subregionale omroepje. De derde keer kwam toen er nog geen twee weken verstreken waren, al was dat zo subtiel, dat ik het pas later door zou krijgen. Drie keer is scheepsrecht moet de overwegend zwaartafelende man hebben gedacht.

Ik was namelijk aan het eind van een zekere middag wedergekeerd in die sociale werkplaats, na een televisieklus met Jan van de Burelen te hebben gedaan, en er was verder niemand weer aanwezig. Ik moest in de radiostudio zijn, om mijn voice-over bij het televisie-item op te nemen en op te sturen naar de televisiestudio zodat Jan van de Burelen die onder de beelden kon zetten. Ik zag dat Dikke Joep zichzelf niet had uitgelogd. De computer stond nog aan, onder zijn account. Dit was mijn kans, om zeker te weten wat ik al vermoedde. Zou ik het doen? Stiekem in zijn mailbox kijken?

Het antwoord kon niet anders dan “ja” zijn. En dus ging ik zitten, opende zijn mailbox, en keek al snel bij “Verzonden items”. Daar stond het! Verzonden op woensdag 17 januari 2007, om 9:41 uur. Aan Tinus Brandsma, met CC naar Roomse Robert. Onderwerp: Bertje ziek. Ik dubbelklikte op het mailtje.

“Beste mensen,
Vanmorgen heeft Bertje zich ziekgemeld. Gevolg is nu dat ik de hele redactie voor mijn kiezen krijg. Ik zal het wel weer gaan redden, maar mijn probleem is dat Bertje al sinds maandag zinspeelde op een ziekmelding vandaag. (…!!!)
Hij was inderdaad een beetje verkouden, maar ik heb Bertje dinsdag nog gevraagd goed na te denken over een ziekmelding vandaag. Vooral met het oog op het feit dat hij het al een paar dagen aankondigde. Dit verdient niet echt de schoonheidsprijs. Ik ben er dus niet zo blij mee.
Mvgr.
Dikke Joep.”

Wow! Wat een vuile, vieze, leugenachtige NSB'er.
Er kwam nog een reactie van Roomse Robert, waarin hij vroeg naar mijn privé mailadres, maar dat had Dikke Joep niet. Wel suggereerde hij dat een eventuele mail ook naar mijn adres van SkyDive kon, want ik had dat ongetwijfeld 'geforwarded'.

Wow! Wat een schoft!
Ik moest even ademhalen. Wat zeg ik. Ik moest even roken. Daar, in de keuken annex rookruimte, besloot ik al snel dat ik het mailtje en de reacties zou uitprinten. Zo gezegd, zo gedaan. Achteraf weet ik nauwelijks waarom, maar het betreffende e-mailtje is tot op de dag van vandaag nog steeds in mijn bezit. Nee, mij maken ze de pis niet lauw. Wie weet of deze achterbakse streek mij nog eens van pas zou komen, moet ik gedacht hebben. Waarvan akte.

Ik stopte het mailtje in mijn jaszak, rondde mijn werkzaamheden af, en kwam de volgende dag goedgemutst terug. Ik had immers het bewijs dat Dikke Joep een ongelooflijke viespeuk was, thuis in mijn archief gestopt. Aangezien ik al snel doorhad dat ik geen melding kon maken van het feit dat ik het mailtje in mijn bezit, ging ik gewoon werken, alsof er niets aan de hand was.

Wat schetste mijn niet geringe professionele verbazing? Ergens in de middag, volkomen uit het niets want ik had de hele dag nog niets tegen de vetzak gezegd, riep Dikke Joep met een misplaatste stemverheffing: “Je weet toch wel dat het verboden is, om in de mail van collega's te neuzen he?”

Wat?
He?
Even van mijn stuk gebracht, kon ik daarna niet anders dan onbedaarlijk lachen. Waarmee ik hem ongetwijfeld diep in zijn hart moet hebben geraakt. Dit was dus poging nummer drie geweest: Ik zou in zijn mail kijken, daar het betreffende mailtje tegenkomen, daarvan melding maken door te stellen dat het een grove leugen is, en vervolgens kon hij stellen dat het verboden was om in de mails van collega's te kijken, en als dat dan geen reden voor ontslag was,..
Wow!

Tja, helemaal begrijpen deed en doe ik het nog steeds niet. Dit was dus dezelfde vetklep, als die man die begon te huilen, toen we te horen kregen dat er voor mij geen plaats zou zijn in de nieuwe organisatie, zo'n drie weken voor zijn derde achterbakse ontslagpoging. Vreemd.
Hij zal wel gedacht hebben: “Third time lucky.” Well, think again, punk. Maar waarom?

zondag 10 juni 2012

Spandau Ballet – True (1983, hoogste positie: 5)


Mijn contract ging in op 1 februari 2007. Het was een contract voor een half jaar, 25 uur in de week, en zowel Gekke Henkie als ikzelf zetten onze handtekening eronder, en daarmee was dat eindelijk een feit. Ik kon even opgelucht ademhalen, ook al vond Gekke Henkie het nodig om direct door te laten schemeren dat het daarbij zou blijven. Het contract zou na een half jaar niet verlengd worden, of ik daar maar rekening mee wilde houden. Alsof ik dat niet wist, en allang deed, en er op dat moment vanuit ging dat ik zelfs dat halve jaar niet zou volmaken, ook al was ik redelijk volmaakt.

Het rare is achteraf, dat dit ene moment van eerlijkheid dat deze rare bijna bejaarde leugenaar zijn lelijke strot uitkreeg, en nodig vond om mij mee te delen, zelfs achteraf niet waar bleek te zijn. Zelfs wanneer Gekke Henkie de waarheid vertelde, werd het toch nog een leugen. Al konden wij dat allebei op dat moment ook niet weten. Sterker: Als iemand een van ons dat op dat moment zou hebben meegedeeld, hadden we daar smakelijk om gelachen. Want dat deden we graag, lachen. Liever niet samen, maar dan toch.

Twee dagen nadat ik mijn John Hancock op papier had gezet, en ik dus officieel in dienst was bij E3 Audio Visio, moest ik al op het matje komen. Tinus Brandsma deelde mij dat heuglijke feit mee. Of ik 's middags even tijd had.
-“Goed nieuws of slecht nieuws?” lachte ik nog.
-”Zeker geen goed nieuws”, antwoordde de kippige omhooggevallen hoofdredactrice.
En even later zat ik dus tegenover de twee, die elkaar ook al nauwelijks konden luchten of zien, wat in het geval van Tinus Brandsma ook letterlijk het geval was.

Het bleek dat ik een nieuwsbericht op kabel en internet had geknald, dat niet echt goed was. Ik had het nauwelijks geredigeerd, het was veel te lang, en ik had het bericht eigenlijk gewoon gecopypaste, zoals dat zo mooi heet, van een persbericht. Bericht kopiëren, plakken en hup, de ether in. Dikke Joep had daarover geklaagd en aan beiden het betreffende bericht overhandigd, de NSB'er.

Ik kon niet anders dan beamen dat het betreffende bericht van mij was, het was waar. En het was een baggerbericht, ook dat was waar.
“Maar Dikke Joep copypaste ook de helft van zijn berichten en Wendy van Dijk deed het voorheen ook om de haverklap, toen ze nog hier werkte. Het is gewoon soms hartstikke druk, en dan heb je nauwelijks tijd om een bericht goed te herschrijven, dus dan denk je: “Kom, ik knal het er maar op, want ik heb nog meer te doen,” en ik schrijf de meeste berichten, veel meer dan Dikke Joep, terwijl ik maar 5 uur werk, en hij 7, en, en, en,..” probeerde ik nog.

“We weten hoe Dikke Joep is. We kennen hem al wat langer dan vandaag. Ik zou zeggen: Kijk een beetje uit voor hem, en doe je werk gewoon goed. Dan is er wat ons betreft geen probleem, maar laat het niet meer voorkomen, want anders heb jij een probleem,” was het dreigement van beiden, en het klonk toch ook wel ergens enigszins hoopvol.

Vervolgens begon Gekke Henkie met een rekensom gebaseerd op het aantal berichten dat ik kon schrijven in de uren die ik ter beschikking had. Voor televisie was ik gemiddeld twee uur kwijt, en dan had ik een uur voor radiowerkzaamheden. Vervolgens had ik nog twee uur over voor het schrijven van nieuwsberichten. Voor een nieuwsbericht zou ik maximaal 15 minuten nodig hebben, en dat betekende dat ik er dus 8 per dag zou kunnen schrijven.
-“Toch?”
-”Nou, zo werkt dat niet helemaal, maar in theorie kan het waar zijn”. En ik moest lachen. Wat een raar idee hadden deze mensen toch over het journalistieke vak. Het ene bericht kon binnen 5 minuten gedaan zijn, maar over een ander bericht kon je soms wel de hele dag doen, om de waarheid boven tafel te krijgen, en het nieuws publicitabel te maken.

Niettemin, toen ik even later van het pand van E3 Audio Visio terugliep naar de brandweerkazerne annex radiostudio, besloot ik dat dit mij niet meer zou overkomen. Vanaf dat moment schreef ik netjes iedere dag op wat er op radio, televisie, internet en kabel door ons geproduceerd zou zijn, wat ik had gedaan, en hoeveel uren ik daar kwijt voor was geweest. Bovendien zou er geen enkele fout meer, in welk bericht van mijn hand dan ook, voorkomen. Ik zou mij niet meer laten verrassen door Dikke Joep, Gekke Henkie, Tinus Brandsma, of wie dan ook. Dat was waar. Ik kon ook niet anders.  

maandag 28 mei 2012

The Walker Brothers – No Regrets (1976, hoogste positie: 9)

Omroep Brabant was er met twee verslaggevers, een voor radio en een voor tv; Brabants Dagblad was er met twee verslaggevers – het mag wat kosten –; onze vrienden van Zomer Uitgevers BV – verantwoordelijk voor de uitgaven Vudels Weeknieuws, Vudels Nieuwsblad en de meest geraadpleegde lokale nieuwswebsite in Nederland-, waren er; en wij waren er ook. Met zijn tweeën. Dikke Joep en ik. Ik deed tv, Dikke Joep radio. Gerald was er ook. Met camera.

Gerald verzorgde de beelden voor het SkyDive Journaal en Omroep Brabant. En misschien zelfs wel voor SBS6, al was dat nog niet helemaal zeker. Het zou in ieder geval een extra eurootje opleveren. Voor E3 Audio Visio. SkyDive zag daar uiteraard geen rooie cent van. Het linkerhandje van Gekke Henkie posteerde de camera in het midden van de raadszaal.

Alle verslaggevers gingen zitten op de plekken waar normaal gesproken de raadsleden van Vudel zaten, in een grote kring, met het gezicht naar het altaar waar normaal gesproken de burgemeester zit. In dit geval ging het echter om wethouder Coen Jansen, die had aangekondigd dat hij de politiek vaarwel zou gaan zeggen als gevolg van het incident vlak na de kerstdagen. We zaten al tien minuten op onze plek, toen de oude man met pikante snor gouvernementeel kwam binnen schreiden. In zijn kielzog twee communicatieadviseurs. Burgemeester en wethouders zaten boven op de publieke tribune.

Communicatieadviseur Maria van Zwolle van de gemeente Vudel had ons verslaggevers geïnstrueerd dat we slechts één vraag mochten stellen. Er was geen ruimte voor een extra interview, en ook vervolgvragen waren uit den boze. Eén vraag, meer niet. Iedere verslaggever één. Kom dan maar eens met een goede vraag. Bovendien lagen de vragen best voor de hand, dus als je dan toch een mooie vraag bedacht had, kon het zijn dat de verslaggever voor jou net die vraag had gesteld die jij wilde stellen. Irritant natuurlijk.

Ik was de vierde in de rij, en de drie journalistjes voor mij kwamen met de obligate vragen, waar de antwoorden van de wethouder niet minder obligaat op konden zijn. Totdat ik aan de beurt kwam, en met de juiste vraag kwam, waar de volgende dag de kranten en de websites vol mee stonden. Dat wil zeggen: met het antwoord van Coen Jansen, burger te Vudel.

Ik drukte op het rode knopje en sprak door de microfoon van de raadszaal:
-“Goedemiddag mijnheer Jansen,.. Bertje, SkyDive.” Ik pauzeerde even. “Mijnheer Jansen, heeft u ergens spijt van?” De vraag ligt achteraf best voor de hand, maar toch was het de beste vraag die een journalist op dat moment kon stellen.
-“U bedoelt van de bewuste avond, of meer in het algemeen?”, was de wedervraag van de ex-wethouder.
-“Beide”, antwoordde ik, wijsneus die ik kon zijn.

Het antwoord van Coen Jansen nam vele minuten in beslag. Hij had dan ook veel om spijt van te hebben, zo vond hij. Spijt dat hij daar was, waar hij was, zo vlak na Kerst; hij had er beter niet kunnen zijn. Spijt dat hij gedronken had de bewuste avond, al was hij niet dronken geweest, maar slechts aangeschoten. Geen spijt dat hij de ambtenaar had aangeraakt, want veel meer dan wat duwen was het volgens de wethouder niet geweest. En ja, nog veel meer spijt had hij. Dat hij 40 jaar geleden de politiek in was gegaan. En dat hij zich deze keer toch maar weer had laten overhalen om wethouder te worden, hoewel hij het eigenlijk niet wilde. Maar ja, dat was 40 jaar geleden ook al, en al die andere keren, met al die verschillende partijen: VVD, D'66, LPF, Leefbaar Vudel. Nee, als hij geweten had, wat ie nu wist, was hij er nooit aan begonnen.

Zo, daar kon het overige journaille het mee doen. Alles was gezegd. Ik was klaar. En Dikke Joep wilde de audio uiteraard, En Omroep Brabant ook, en de beelden bovendien. SBS6 uiteindelijk helaas niet. Die vonden het te lokaal. Gelijk hadden ze. Maar toch jammer. De enige complimenten die ik de betreffende dag ontving kwamen van Maria van Zwolle, communicatieadviseur te Vudel. “Goede vraag”, zei ze. “Zeker”, antwoordde ik.

Coen Jansen kwam een jaar later doodgemoedereerd weer terug in de Vudelse politiek, nu als burgerlid voor Leefbaar Vudel. In 2010 zou hij overlijden. Maar toen was ik al lang en breed weg uit Vudel en omstreken. En daar kan ik weinig spijt van hebben.  

zondag 20 mei 2012

Bros – I owe you nothing (1988, hoogste positie: 5)


De volgende dag, vrijdag dus, na die vermaledijde donderdag waarop ik op staande voet ontslagen bleek, ging ik op pad met Jan van de Burelen. Ik vroeg hem naar het bericht als ik zou ik maandag al gemeld hebben dat ik er woensdag niet zou zijn, vanwege mijn vermeende grieperige gevoel.
Hij wist van niks. Er was hem wat gevraagd, hij had gezegd dat ik dinsdags al had gezegd dat ik er de volgende dag waarschijnlijk niet zou zijn, en dat ik bovendien geen zieke indruk op 'm maakte en meer had hij niet verteld. Hoe kwamen ze dan aan die maandag, vroeg ik hem. Dat wist hij ook niet. Hij had immers op maandag niet gewerkt, dus hij kon nooit gezegd hebben dat ik maandag al iets gemeld zou hebben over een eventuele afwezigheid op woensdag.
Ik wist bijna genoeg maar het echte bewijs voor de vuile streken van Dikke Joep, daar zou ik ook nog wel achter komen. Aan de andere kant werd me ook duidelijk, dat ieder wissewasje dat zichzelf eventueel een akkefietje mocht noemen, door deze oude voormalige beroepsmilitair gewoon werd doorgebriefd. Wissewasje, akkefietje, mooie woorden. Net als warempel trouwens.
Terug in de kazerne, na een prachtig item te hebben gefilmd en verslagen op een of andere lagere school, was Gekke Henkie aanwezig. Dat wil zeggen: Hij kwam vrijwel tegelijk met mij binnen, nadat Jan van de Burelen was afgezet bij de televisiestudio's. Ik zou de bijbehorende tekst en mijn voice-over gewoon aan jan van de Burelen mailen, en dan zou hij het televisie-item verder in elkaar zetten.
Gekke Henkie liep rond in de sociale werkplaats annex radiostudio en hij had voor iedereen een contract, in tweevoud. Dikke Joep kreeg er een, Sander Parkinson, Petra Smulders, en Tinus Brandsma, die ook aanwezig was. Mij negeerde hij. Volslagen. Liep langs me heen. Zonder me aan te kijken. En meteen weer door naar buiten.
Ik liep achter 'm aan. Hij was nauwelijks buiten, toen ik hem achterhaalde en bij zijn arm pakte. Mijn hart bonkte in mijn keel. “Heb je voor mij niks?” vroeg ik.
-“Nee, jij was toch op staande voet ontslagen?”, zei de mafketel.
-“Nee, nee, ik was ziek woensdag, en het was een misverstand, en ik ben nu nog steeds verkouden, dus nee, nee, ik ben niet ontslagen”, stamelde ik.
-”Ik ben hier niet blij mee”, zei de oude sufkop, “ik ga hier over nadenken en kom er dan volgende week op terug”. En Gekke Henkie liep door.
Ik liep terug naar binnen. Er kwam weer een mooi weekend aan, waarin ik gestresst zou zijn, slecht zou slapen, boos zou zijn, zou nadenken over hoe ik erachter kwam hoe dit nou precies in zijn werk was gegaan, en over werk nagedacht: Een weekend waarin ik weer op zoek zou gaan naar ander werk. Onder het genot van precies teveel alcohol. Dat besefte ik dat op dat moment, en ik vloekte dus hard.
-“Tisser?”, vroeg Petra Smulders.
-“Hij had voor mij geen contract, verdomme”, mopperde ik.-”Ik zal wel met 'm praten”, sprak de commercieel deskundige, en redde daarmee de dag.
Ik keek de radiostudio in, en zag Dikke Joep zitten, licht transpirerend, net doen of hij druk aan het werk was, zonder op te kijken. Van hem was ik nog niet af. Maar hij ook nog niet van mij, de vreemde vogel, al weerhield de zwaartekracht hem ervan om met zijn gewicht ook maar een centimeter van de grond los te komen.

zondag 6 mei 2012

Cliff Richard - The Only Way Out (1982, hoogste positie: 20)


De woensdag na het gesprek met de burgemeester, dat geen gesprek bleek, meldde ik me inderdaad ziek, zoals ik de vorige middag al vermoedde, en ook had uitgesproken tegen Jan van de Burelen en Dikke Joep. Uitgerekend die dag dat ik min of meer op bed bleef liggen had de burgemeester toch besloten om de pers te woord te staan over het incident waarbij wethouder Coen Jansen zich had misdragen. Dikke Joep interviewde de burgemeester. De volgende dag, de donderdag, meldde ik mij weer netjes bij de voormalige brandweerkazerne annex sociale werkplaats.

Het was een drukte van jewelste toen ik het pand binnenkwam, en iedereen keek verschrikt op toen ik binnenkwam. Sander Parkinson kon nog net een vragend klinkend "Hey hoi Bertje" uitbrengen, terwijl Dikke Joep niet veel verder kwam dan "Huh?". Hij vervolgde al snel met: "Jij was toch op staande voet ontslagen?", waar ik niet beter op wist te reageren dan met mijn welgemeende "Huh?"

Tinus Brandsma was er ook. Petra Smulders was er, al ging die snel weer op pad om advertentieruimte te verkopen. En er was een wat rossige jongeman in een elekrisch invalidenwagentje met een pookje. Hij luisterde naar de naam Fransje. Ook hij ging weg, waardoor we aan tafel plaats konden nemen, en ik de flauwekul van Tinus Brandsma en Dikke Joep aan kon horen.

"Roomse Robert heeft jou gisteren toch gebeld om jou om staande voet te ontslaan?", vroeg Dikke Joep. Ik herhaalde de vraag, waar mijn antwoord dan in werd opgesloten, dat wil zeggen, voor de goede verstaander: "Roomse Robert mij bellen om mij op staande voet te ontslaan? Nee, niemand heeft mij gebeld. Waarom zou hij ook?"

Tinus Brandsma nam het woord: "Nou, wij kregen het bericht van twee verschillende bronnen dat jij maandag al had aangekondigd dat jij je woensdag ziek zou melden, en daar zijn wij natuurlijk niet van gediend. Dus vandaar dat Roomse Robert gisteren contact met jou wilde zoeken, om je op staande voet te ontslaan."

"Wow", bracht ik uit. Daar was ik toch wel even stil van. Om na die stilte te antwoordden: "Ten eerste heb ik maandag helemaal niets aangekondigd, ik heb alleen dinsdagmiddag gezegd dat ik me niet lekker voelde, en dat ik het gevoel had dat het woensdag niet veel beter zou zijn, zodat men daar al rekening mee kon gaan houden. Ten tweede lag ik gisteren de halve dag in bed en was ik toch wel degelijk ziek, zwak en misselijk. Ten derde ben ik nog steeds niet officieel in dienst, en kan ik dus ook helemaal niet ontslagen worden. En ten vierde wil ik wel eens weten wie dan die twee bronnen zijn die gezegd zouden hebben dat ik het maandag al had aangekondigd."

"Ik kan mijn bronnen niet prijsgeven," zei Tinus Brandsma, en keek mij daarbij veelbetekenend aan. Ze kon niet anders zeggen, want een van de bronnen zat erbij aan tafel. Iemand die het ogenschijnlijk heel warm had, gezien de kleur van zijn gezicht. Dikke Joep heette hij. "Nou, je bent hier nu, je bent dus niet ontslagen."
"Nou, mooi is dat", zei ik. "Ik kan verdomme niet eens een dagje ziek zijn, of ik word meteen van alle kanten genaaid..." Ik wilde nog meer zeggen, maar er zat een enorme brok in mijn keel. En dat was goed te horen. Tinus Brandsma zei: "Nou, zoals ik al zei, je bent hier nu toch? Je bent toch niet ontslagen? Nou dan."

Ik stond op en ging een kopje koffie halen in de keuken, en ik draaide meteen maar een sjekkie. Dat stoppen met roken ging zo niet lukken. Ze hadden zelfs al een vervanger in huis gehaald, bleek later. Die rossige rolstoelgehandicapte, luisterend naar de naam Fransje, was woensdag al gebeld, om donderdag te komen werken in mijn plaats, had Gekke Henkie gemeld. Ik was immers op staande voet ontslagen. Alleen had Roomse Robert verzuimd om mij dat mede te delen. Achteraf bezien niet dom van 'm. Want ze hadden geen poot om op te staan. Bovendien kenden ze -Roomse Robert, Tinus Brandsma, en toch ook Gekke Henkie- beide bronnen wel een beetje.

Dat bleek even later eens te meer toen Dikke Joep zich bij mij in de keuken voegde, nog steeds rood aangelopen, en met zachte overslaande stem fluisterde: "Zie je wel dat je Jan van de Burelen niet kunt vertrouwen?" Ik keek 'm aan vanonder mijn wenkbrauwen. Dacht hij nu echt dat ik achterlijk was?

zondag 22 april 2012

No Doubt – Don’t Speak (1996, hoogste positie: 1)


Iedere week vond er in Vudel een zogeheten perspraatje plaats. Meestal was dat op dinsdag. Dat hield in dat de pers zich verzamelde in het Vudelse stadhuis, waarna het journaille werd bijgepraat over de beslissingen die Burgemeester en Wethouders de week voorafgaande hadden genomen. Vaak zat daar nauwelijks nieuws in. Een bewoner wilde bijvoorbeeld een schuurtje bouwen, en kreeg daar wel of geen toestemming voor. Zes boompjes werden langs de weg verwijderd en werden elders weer bijgeplant. Een wijk kreeg er een speeltoestelletje bij. Een bejaardenclub kon weer wat subsidie bijschrijven. Dat soort dingen. Meestal had Dikke Joep geen zin om daar naar toe te gaan. Gelijk had-ie. Vaak ging ik dan. Ik moest toch wat.

Deze keer, ergens in het begin van het jaar 2007, speelde er natuurlijk wel degelijk wat. Wethouder Coen Jansen had zich na afloop van de Kerstborrel misdragen, en was op non-actief gesteld. De burgemeester was toch maar speciaal daarvoor teruggekomen van vakantie, en dus wilde ik er naartoe, met cameraman, om daar eens even van de hoed en de rand te weten, en naar een aantal onbekende wegen te vragen. Jan van de Burelen was de cameraman van dienst.

Terwijl Jan van de Burelen zijn camera installeerde, keek de burgemeester al naar mij met een blik van: “Waar zijn we nou helemaal mee bezig?” Ik herkende de blik op dat moment niet. Toen de blik even later werd gevolgd door de opmerking: “Ik ga niets over het incident van wethouder Coen Jansen zeggen, en heb er op dit moment ook geen enkele behoefte aan om via de pers te reageren op het voortijdige verlof van de wethouder”, was het mijn beurt om een rare blik over de tafel te werpen.

Ik werd boos. Dit kon niet. Er was iets gebeurd. Daar moest een reactie van de burgemeester op komen. Dat hoorde zo. Daar had de burger recht op. Dit was raar. En laf. En dat zei ik ook: “Dit kan niet”, zei ik, om daar op te laten volgen: “Dit komt nogal raar over op de burger, die recht heeft op tekst en uitleg. Ik vind het nogal raar en laf als u er niets over zegt!”

-“Daar heb ik anders helemaal geen zin in”, sprak de burgemeester met zwaar geïrriteerde ondertoon, want zo was een burgemeester in dit  incestueuze deel van Noord-Brabant niet gewend om te worden toegesproken.
-“Zegt u dat dan op camera, dat u er geen zin in heeft”, antwoordde ik licht wanhopig, want ik zag een mooi tv-journaal door mijn neus geboord worden.
-“Ja, ik ben daar gek”, zei de burgemeester om vervolgens op te staan en weg te lopen, het verzamelde journaille in verbijstering achterlatend. Ik vloekte. Zachtjes. En keek naar Jan van de Burelen, die zijn camera al lang en breed weer aan het opbergen was.

“Als de burgemeester niet wil, dan wil de burgemeester niet”, zou Jan van de Burelen later zeggen, terwijl we in de redactieruimte met Dikke Joep aan het overleggen waren hoe we toch nog een redelijke invulling aan het tv-journaal konden geven. We zouden er helemaal geen aandacht aan besteden, was de uiteindelijke conclusie. “Misschien morgen?”, opperde Jan van de Burelen.

Ik voelde me ziek, zwak en misselijk. Al de hele dag. Strontverkouden en grieperig. En ik was nog wel speciaal uit bed gekomen vanochtend voor, wat ik dacht, een aantal mooie journalistiek verantwoorde vragen. “Ik weet niet of ik morgen kom”, zei ik. “Ik voel me beroerd”. En ik zuchtte.

Toen Jan van de Burelen even later vertrokken was naar E3 Audi Visio, om het tv-journaal daar definitief in elkaar te zetten, want daar was immers de montagestudio en daar stond de server, zei Dikke Joep: “Ik weet niet of dat wel verstandig is, om te zeggen dat je morgen misschien niet komt. Jan van de Burelen is niet te vertrouwen hoor, en je hebt grote kans dat hij het doorbrieft.”

Meer dan een vragende blik kreeg hij niet meer van me terug. Ik voelde me hondsberoerd. 

zondag 15 april 2012

The Beatles – Ticket to Ride (1965, hoogste positie: 1)

- “Zoals je weet zat ik niet te wachten om SkyDive over te nemen. Maar voelde ik me enigszins voor het blok gezet. Het ging prima met E3 Audio Visio, en niet zo goed met SkyDive, en er werd van daaruit een beroep op mij gedaan. Uiteindelijk, na goed overleg, heb ik dan toch besloten om er maar op in te gaan.”

Zo, meteen werd de leugenachtige toon maar weer voortgezet. Op zo maar een maandagmiddag aan het begin van 2007 waarop ik zogenaamde contractbesprekingen zou hebben met Gekke Henkie. Ik had me goed voorbereid. Tenminste, zo dacht ik. Ik had beter moeten weten, want Gekke Henkie nam meteen de regie in handen en zou die ook niet meer uit handen geven.

- “Je weet ook Bertje, dat er voor jou in eerste instantie geen plek was in de nieuwe organisatie. Ik heb daarna overlegd met Steven en Gerald, en zij vonden dat ze wel een buffer konden gebruiken tussen E3 Audio Visio en Dikke Joep. Want zoals je weet is Dikke Joep geen gemakkelijk mens, en daarom hebben we besloten dat jij toch een kans krijgt, zodat je Dikke Joep een beetje in toom kunt houden.”

(?) - “Eh, okee. Maar het was toch dankzij Petra Smulders dat ik nu hier zit, omdat zij wilde dat iedereen mee ging in de nieuwe organisatie?”, probeerde ik nog.
- “Dat doet er verder niet toe. Als ik echt had gewild”,.. zei de gek.

Dat was duidelijk niet waar. Hij had Petra Smulders nodig. Dat wist hij donders goed, en zij had dus de harde eis op tafel gelegd dat iedereen mee ging naar het nieuwe bedrijf. Ook ik. Bertje. Loyale werknemer, altijd bereid tot compromissen en sussende woorden.

Het contract dat ik kreeg voorgelegd, lusten de honden geen droog brood van. Zelfs geen brokjes. Ik zou 25 uren gaan werken, en daarvoor zou ik 1100,- Euro krijgen. Bruto. Dat ik daar iets van zei, kon niet anders dan evident zijn, maar de besprekingen die daarop volgden, konden de naam besprekingen, laat staan: onderhandelingen, nauwelijks verdienen. Het ging ongeveer als volgt:

- “Dat is wel erg onderbetaald.”
- “Meer kan ik niet missen. Er is geen cao, en als het je niet bevalt,...”
- “Een uitkering is nauwelijks minder”, (ja, een topopmerking).
- “Het staat je vrij om het niet te accepteren, en lekker een uitkering te trekken. Zoals ik al zei: Take it or leave it.”
- “Dan zijn dit dus niet echt onderhandelingen, is het wel?”

Gekke Henkie grijnsde. Hij had me waar hij me wilde. Hij was de baas, en wreef dat er flink in, en dat vond hij lekker.
- “Valt er dan iets met reiskosten, en een eventuele vergoeding, te regelen?”

Later kwam ik erachter dat Gekke Henkie deze vraag wel verwachtte en had zien aankomen. Hij was alleen niet van plan geweest om er zelf over te beginnen. Er kwam geen extra reiskostenvergoeding, maar na enig over-en-weer-geouwehoer kwamen we er uit, dat ik iedere week een volle tank zou mogen tanken, op kosten van E3 Audio Visio. Dat wil zeggen: Het kostte hem niks. Hij had een regeling met een tankstation voor al zijn werknemers, in ruil voor gratis reclame op radio en televisie. ‘Met gesloten beurzen’, noemde hij dat, want zo heette het waarschijnlijk ook.

Dat wist ik op dat moment nog niet. Ik dacht even dat ik slim was, en een opening had gevonden. En dus sloot ik toch redelijk tevreden de deur van het pand in het centrum van Vudel achter me dicht. Gratis benzine. Ook mooi. Aangezien benzine ook in 2007 zeker niet goedkoop was, en ik iedere week gratis de tank van mijn Fordje kon vullen, kwam dat al snel neer op zo’n 300 Euro in de maand. Dat ik dus niet hoefde te betalen. Zo ging het net. Hier kon ik mee verder. Mijzelf ontwikkelen, beetje lekker proberen te werken, en hoewel ik er maandelijks niets aan over hield, kostte het me ook niets. Ik had een contract, en van hieruit was het makkelijker om iets anders te zoeken. Dacht ik.

We schudden geen handen, en hij wenste me geen succes. Dat hoefde ook niet.