zondag 16 september 2012

Höllenboer – Busje komt zo (1995, hoogste positie: 1)


We kunnen er lang en breed om heen draaien, en allerlei nevenpaden inslaan, maar feit was dat ergens in maart 2007 de situatie bij de halve zolen in Vudel drastisch veranderde. Ik voelde het ook direct bij binnenkomst toen ik op een dinsdag de voormalige brandweerkazerne binnenkwam. Hoewel het eigenlijk als een woensdag voelde, maar dat doet verder niet ter zake, en is dus volledig terzijde. Hier was wat aan de hand. Maar wat?

Nou, ik hoefde niet lang te wachten op het antwoord. Dikke Joep zat aan de grote tafel in de ruimte die je bij binnenkomst als eerste betreedt, en die ook wel ontvangstruimte werd genoemd, hoewel je daar met goed fatsoen niemand echt kon ontvangen. Hij keek me onderzoekend aan.

- “Ik heb me een nieuwe baan”, sprak de dikke man met zijn zoetgevooisde stemgeluid. Hij vertoonde daarbij geen emotie en bleef me onderzoekend aankijken, speurend naar een reactie of emotie bij mij. Die kwam er niet, omdat ik nog even geen mening had, verrast als ik was.
- “O?”, zei ik dan ook. “Wat voor baan?”
- “Ik word buschauffeur”, slikte hij half in, want hongerig bleef Dikke Joep. Hij bleef me bovendien onderzoekend aankijken, maar ik reageerde niet zichtbaar. Dat mijn hart een sprongetje had gemaakt, hoeft nauwelijks enig betoog.

Ik kon ondertussen over zijn schouder kijken naar de redactieruimte waar Fransje Lauda net deed of hij hard aan het werk was met de kabelkrant. Hij glimlachte wel, keek op en knipoogde naar me. Op een heteroseksuele manier natuurlijk, maar ook daar hoeft verder niet echt een woord aan vuil gemaakt te worden.

- “Buschauffeur? Goh”. Uitgestreken gezicht.
- “Ja, ik heb jaren geleden al mijn groot rijbewijs gehaald, zowel voor de vrachtwagen als ook voor de bus. En nu kan ik dan aan slag. Ga ik eindelijk weer een normaal salaris verdienen, zoals het hoort. Want ja, ik heb ook een gezin te onderhouden, hè?” Eveneens uitgestreken gezicht.

Gezin te onderhouden. Ha, een vrouw en een hond heeft ie. Waarbij hij vindt dat de vrouw, ook al is ze dan van Duitse afkomst, niets hoeft te doen. Niets hoeft bij te dragen aan onze schitterende samenleving of aan het huishouden van Dikke Joep. Behalve dan natuurlijk vlees kopen bij de Aldi.

- “Gefeliciteerd”, zei ik, zonder enige moeite.
- “Bedankt”, zei Dikke Joep. “Zou jij ook moeten doen.”
- “Wat? Buschauffeur worden? Nou, dat dacht ik nou ook weer niet.”
- “Nee, iets anders zoeken, een andere baan.”
- “We doen ons best.”
- “Maar,.. dit biedt ook wel weer kansen voor jou.”
- “Hoe dan?”
- “Nou, mijn baan komt binnenkort ter beschikking. Ik heb natuurlijk wel twee maanden opzegtermijn, maar aangezien ik nog veel vakantiedagen heb, ben ik over een maandje weg. Als ik jou was zou ik snel Gekke Henkie aan zijn stofjasje trekken, en zeggen dat je nu 35 uur wil gaan werken. Dat je mijn baan wilt. Maar ik zou wel snel zijn als ik jou was.”

Ja, daar had de ietwat vet aangezette veertiger natuurlijk wel gelijk in. De een zijn dood is de ander zijn brood, en zo. Die trein, of busje, kwam misschien maar een keer voorbij. En ik had er natuurlijk wel een beetje recht op. Maar ja, 35 uur, in Mongolië,.. dat is nogal wat. Aan de andere kant, ik werd maar betaald voor 25 uur, ik maakte wel elke week veel meer dan 30 uur. Dus zo’n probleem kon dat niet zijn. Tijd om Gekke Henkie aan zijn mouw te trekken. Daar viel vast wel een mouw aan te passen. Het was een mooie dag. Die dinsdag. Of woensdag, daar wil ik van af zijn.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten