Gekke Henkie had het plan opgevat dat
het wel goed zou zijn als er iedere week een redactievergadering zou
plaatsvinden, de idioot. Om het goede voorbeeld te geven zou hij zelf
de eerste redactievergadering voorzitten, en daarna zou het
redactionele gedeelte van SkyDive RTV, bestaande uit Dikke Joep,
Sander Parkinson, mijzelf, en wellicht zelfs Jochem Paardenstaart vanaf 1
maart aanstaande, zelfstandig wekelijks om tafel zitten. Het zou er
nooit van komen.
Dus daar zaten we dan, op een
dinsdagmiddag, zo rond de klok van twaalven, wat dus inhield dat ik
me vroeger diende te melden, dan waarin mijn contract voorzag. En zo
zou het dus wekelijks dienen te zijn, want ik moest er nou immers,
volgens de besnorde mafketel, rekening mee houden dat een journalist
24 uur per dag aan het werk was, ongeacht het contract en de
beloning. Bovendien moest ik mij van mijn goede kant laten zien, met
het oog op de ontwikkelingen van de afgelopen weken, waarin ik zomaar
ziek was, een nieuwsbericht had gecopypaste, en o ja, dat derde
akkefietje, waarvan niemand ooit de naad en en het kousje zou weten.
Mooi woord: akkefietje. Kousje trouwens ook.
Gekke Henkie nam het woord en begon
uiteraard allereerst met te melden dat hij hier liever ook niet zat,
maar dat hij nou eenmaal tegen zijn zin in gedwongen werd, min of
meer, om SkyDive over te nemen, en bla, bla, bla... het werd
eentonig. Daarna vond de psychiatrisch patiënt het nodig om te
melden, dat het wel de bedoeling was dat wanneer de redactie een
cameraman op pad stuurde voor het maken van beeld bij een beelditem,
de cameraman wel was aangemeld, “iets wat Bertje dus had verzuimd
gisteravond, toen Gerald de uitreiking van een lintje zou gaan
filmen.”
“He, maar dat heb ik wel gedaan”,
riep ik.
“Heb je niet”, schreeuwde Gerald.
“Wel waar man, ik heb de gemeente
gebeld!”schreeuwde ik nog iets harder.
“Niet”, schreeuwde Gerald, “ze
wisten van niks.”
“Kom, we bellen ze nu op! Dan zul je zien dat ik wel gebeld had!”
“Kom, we bellen ze nu op! Dan zul je zien dat ik wel gebeld had!”
“Okee, bel ze maar op!”
“Nou, dat hoeft nu niet”, onderbrak
Gekke Henkie, “maar de volgende keer moet het goed geregeld
worden”.
“Aaargh”, zuchtte ik.
“Erger vind ik”, ging Gekke Henkie
verder, “is dat je je volgens Jan van de Burelen laatst slecht had
voorbereid op een gesprek met gedeputeerde Onno Ruup. Je wist
helemaal niet wat hij deed bij de Provinciale Staten”,..
“Wel godverdomme”, en ik sloeg hard
met mijn vuist op tafel, iets wat ik nog nooit in mijn leven had
gedaan, en wat achteraf een goede actie bleek te zijn. “Ten eerste
wist ik wel wat hij deed, maar ik liet het hem vertellen, omdat dat
nou eenmaal beter is voor de radio, en ten tweede is het moeilijk
voorbereiden als je bij binnenkomst in dit dorp, meteen door moet
naar een afspraak, en ten derde als Jan van de Burelen iets te melden
heeft, moet hij dat in mijn gezicht doen. Godverdomme!” De tranen
schoten in mijn ogen. Van woede, en mij aangedaan onrecht.
“Nou, nou”, probeerde Tinus
Brandsma de boel te sussen.
“Je hebt er in ieder geval over
nagedacht”, bracht rechterhandje Steven in, waarmee hij de stemming
wel wat milder deed omkeren.
Wat er verder allemaal nog gezegd werd,
ging volledig langs me heen. Ik brieste van binnen. Kookte. Maar nog
niet over. Waren deze mensen nu allemaal gek geworden? Hartstikke
gek? Van Gekke Henkie wisten we dat natuurlijk, getuige zijn naam.
Maar de rest? Waren ze gek? Of probeerden ze mij gek te maken? Of was
ik al gek? Lastig, als iedereen gek is, en jij bent normaal, is
iedereen dan wel gek? Of ben jij het al?
Het enige voordeel achteraf is, dat ik
vanaf nu anders in het werkzame leven ben gaan staan. Minder
gespannen, minder gestrest, minder perfectionistisch,
onverschilliger. Daardoor zou de kwaliteit, hoe gek ook, van mijn
werk uiteindelijk omhoog gaan. En ik zou mij er prettiger bij gaan
voelen. Want wat kon mij het eigenlijk allemaal schelen? Helemaal
niets meer. Mij kregen ze niet gek.
Aan het eind van deze eenmalige
redactievergadering boksten Gerald en ik met de vuisten tegen elkaar.
Een boks, waarmee min of meer gezegd werd, dat we vanaf nu beter
zouden samenwerken. Er werden geen woorden meer aan vuil gemaakt.
Zonder dat er nu sprake was van warmte, was de verstandhouding vanaf
dat moment een stuk beter. Gek hoor.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten