zondag 26 augustus 2012

Theo Maassen – Lauwe Pis (2007, hoogste positie: 1)


Het is zo evident, dat je het bijna zou vergeten: Het jaarlijkse hoogtepunt voor iedere geboren en getogen Vudelnaar, en ook voor een ieder die zich import-Vudelnaar noemde, en dat zijn er nogal wat: Carnaval! Dat betekende ook bijna automatisch dat dit festijn voor mij ieder jaar een dieptepunt betekende, al wist ik dat in mijn eerste echt volle jaar bij SkyDive nog niet.

Gekke Henkie had een heel programma samengesteld, waarbij iedereen, vrijwilligers en beroeps-SkyDivers, een steentje zou bijdragen. Alles werd verslagen, overal gingen we naartoe. Gerald en Steven filmden, en er werd zelfs een extra cameraman ingehuurd. Jan van de Burelen maakte overal foto’s van, en die werden door Fransje Lauda op de website en de kabelkrant geplaatst.

Sander Parkinson, Dikke Joep, een aantal vrijwilligers, en ook ik, deden verslag voor radio en televisie van alles wat er zoal rond carnaval te doen was. Daar werd ’s avonds op Tv een compilatie van gemaakt en dat luisterde naar de naam ‘Rundje Carnaval’. Jochem Paardenstaart deed veel radio. Die mocht niet op tv, voor de camera, want tja, je moet wel kijkers overhouden. En Jochem Paardenstaart op tv: daar waren niet veel beeldbuizen tegen bestand.

Ik werd ingedeeld om samen met Steven een verslag te doen van Toeternietoe. U zegt? Toeternietoe. Het zei mij ook niks, maar het bleek te gaan om een toeterfestijn, met toeters. Dacht ik. Bandana op mijn hoofd, ooglapje voor, reed ik goedgemutst met Steven, getooid met boerenkiel, richting de markt van Vudel. “Eerst even een paar biertjes drinken”, zei Steven, en dat kon ik niet echt erg vinden.

Op de markt in Vudel bevond zich een groot podium. Op dat podium stonden heel veel mensen met trompetten, saxofoons, hoorns en wat dies nog meer voor een spul zij. Was dat dan Toeternietoe? Hoe kon ik daar nu verslag van doen? Nee, vertelde Steven, het ging om al die mensen voor het podium. Die deden allemaal mee aan een Stoatoafelwedstrijd. Aha. Het bleek dat vele carnavalvierende Brabantse zatlappen een eigen statafel hadden gefabriceerd, en die werden door een dronken professionele jury beoordeeld.

Een hele hoge stoatoafel zat erbij, waardoor ik op een ladder moest, terwijl ik gefilmd werd tijdens het ondervragen van de lavelozen. Eén man had een statafel van zijn rollator gemaakt, een ander van zijn scootmobiel, en eentje was zelf een statafel. Het was een gekkenhuis. De winnaar zou later die avond wel bekend gemaakt worden, maar eigenlijk deed het er niet toe. Het toet er nie toe, zou men daar zeggen: iedereen was een winnaar. Of een loser, ligt er maar aan hoe je het bekijkt. Met of zonder ooglapje.

Het was koud en regenachtig, en we namen nog een biertje, toen er een vrouw naar me toe kwam.  “Wil je eerst pizza en dan mee naar mijn huis, of ga je meteen mee, en nemen we daarna pizza?” zei ze.
“Eh,” hakkelde ik, “doe maar eerst een pizza.”
 Ik had duidelijk niet genoeg bier op, wat ook niet zo gek was, want ik moest natuurlijk nog rijden, terug naar Nijmegen. Ik wenkte Steven, die even verderop aan het versieren was, of versierd werd, dat we moesten gaan, en bedacht me op de terugweg dat ik dat volgend jaar, bij leven, welzijn, en genoeg alcohol achter de kiezen, anders zou gaan doen. Hoop doet leven, maar dat doet er niet toe.

De nummer 1-hit van 2007 was Lauwe Pis van Theo Maassen. Voor het eerst in vele jaren had een carnavalsnummer weer de hoogste positie in de charts behaald. We draaiden ‘m op de radio. Heel af en toe, voornamelijk in de avond. Dikke Joep vond de tekst te expliciet. Voor deze zichzelf respecterende subregionale omroeporganisatie. En voor de doelgroep. Diezelfde halvezolen die het nummer meezongen. Meelalden. Gekkenhuis.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten