We hebben het hier over 2006 en dat betekent in principe dat de meeste mensen in Nederland en zeker in mijn directe omgeving in het bezit waren van een kleine mobiele telefoon. Dat noemden we voor het gemak mobieltje. Dan wist iedereen wat je bedoelde. Mijn mobiele telefoon mocht de naam mobieltje niet hebben. Ik had ‘m al een paar jaar en hij was al jaren het onderwerp van spot geweest. Hij zag er dan ook uit als een kleine koelkast. Wat zeg ik: een kleine koelkast was er niks bij.
Als ik ergens naar toe ging deed ik ‘m altijd in een speciaal tasje. Daar kon ook een oplader bij. Het was namelijk zo dat wanneer ik gebeld werd op mijn koelkast, en gelukkig gebeurde dat maar zelden, deze binnen een minuut weer moest worden op geladen. Wat zeg ik: als ik er alleen maar naar keek, dan liepen de batterijen leeg. Het was dus tijd voor een nieuw mobieltje. Eentje die ook echt die naam mocht dragen.
Ik reed derhalve na het sollicitatiegesprek van de donderdagochtend als de wiedeweerga naar Nijmegen. Het was inmiddels droog geworden. Ik leverde de auto weer netjes bij Laurens en zijn gezin af, dronk nog een kopje thee, vertelde dat het best goed was gegaan, en stapte op de fiets weer terug naar huis. Terug was gemakkelijker dan heen. Dat was eigenlijk altijd zo, maar nu omdat het heuvelaf was.
Thuis aangekomen legde ik mijn mobiele koelkast direct op tafel aan de oplader. Kees-Jan had gezegd vanmiddag nog te bellen met de mededeling of hij het met mij wilde proberen. Of het mobiele nummer klopte dat op mijn Curriculum Vitae stond? Nou, dat dacht ik wel, Kees-Jan. Dat dacht ik, maar ik zei: “Ja ja, natuurlijk.” Ik wilde het apparaat immers niet uit het tasje halen. Dat zou slechts hoongelach tot gevolg hebben, en hoongelach kon me gestolen worden. Hoongelach was een hard gelag.
Om 15.30 uur ging mijn koelkast af. Het nummer herkende ik niet. Er stond 073. Dat betekende dat er gebeld werd vanuit Den Bosch. Kees-Jan woonde in Den Bosch. Het was Kees-Jan. Kijk, de voortekenen waren hartstikke duidelijk: Hier moest ik niet willen werken. Dit was niks voor mij. Wie schetste mijn verbazing dan ook, was het Anton Pieck, of was het Rien Poortvliet, feit was dat Kees-Jan meldde graag met mij in zee te gaan. In eerste instantie op freelance basis, voor 20 uur in de week, 4 uur per dag. Ik zou 10 Euro per uur krijgen, plus reiskostenvergoeding, en na twee maanden, als ik goed mijn best deed en aan de verwachtingen voldeed, zouden mijn werkzaamheden worden omgezet in een contract.
-“Eh,.. oké.”
-“Kun je morgen beginnen?”
-“Nee, nee, morgen is te vroeg, dan heb ik al verplichtingen.” Ik moest immers nog een nieuw mobieltje aanschaffen.
-“Maandag wel?”
-“Ja, ja, maandag wel. Leuk, dan begin ik maandag.”
-“En kun je dan dinsdagavond ook werken. Dan zijn de gemeenteraadsverkiezingen en we willen groots uitpakken. Live op radio, en bijdragen voor televisie voor de volgende dag.”
-“Eh, ja tuurlijk.”
-“Oké, tot maandag. Praten we dan verder en leg ik je alles uit”
-“Tot maandag”
-“Kun je morgen beginnen?”
-“Nee, nee, morgen is te vroeg, dan heb ik al verplichtingen.” Ik moest immers nog een nieuw mobieltje aanschaffen.
-“Maandag wel?”
-“Ja, ja, maandag wel. Leuk, dan begin ik maandag.”
-“En kun je dan dinsdagavond ook werken. Dan zijn de gemeenteraadsverkiezingen en we willen groots uitpakken. Live op radio, en bijdragen voor televisie voor de volgende dag.”
-“Eh, ja tuurlijk.”
-“Oké, tot maandag. Praten we dan verder en leg ik je alles uit”
-“Tot maandag”
Geen opmerkingen:
Een reactie posten