zondag 20 maart 2011

Nena – 99 Luftballons (1983, Hoogste positie: 1)

Op een goede dag had ik weer eens een van mijn lumineuze ideeën. Ik telefoneerde derhalve met iemand die dat lumineuze idee kon verzilveren. En inderdaad, de woordvoerder bij defensie vond het een goed idee. Ik zou, als het kon iedere week maar misschien zelfs vaker, met iemand spreken die op dat moment in Uruzgan was. “Afghanistan by night, allemaal lichtjes”.
Men ging het uitzetten, uiteraard via de vliegbasis Volkel, want de persoon moest wel uit de buurt komen, anders had dit lumineuze idee geen zin en was het alleen maar een idee. En dat zou jammer zijn, want ik vind lumineus een mooi woord. Zoals ik ook het woord subversief van grote schoonheid vind, om over schoonheid maar te zwijgen. Dus zeg ik daar verder niks over.
Enfin, ergens in de vijfde week van mijn werkzaamheden bij SkyDive werd ik gebeld. Om een uur of drie in de middag. Het was Gerrit. De achternaam mocht ik niet weten, zoals dat gebruikelijk was bij militairen die gelegerd waren in den vreemde. Gerrit kwam uit Vudel, tenminste dat zei hij, en hij was gelegerd in Oirschot. Tenminste dat zei hij, en wie was ik om daar aan te twijfelen. Dus dat was mooi goedkope ICE, en nog interessant ook. Tenminste, dat vond ik.
Hij kon een keer in de week bellen vanuit Uruzgan, en dan altijd aan het begin van de avond, als het hier in Nederland een uur of twee was. Perfect zei ik, want dan begint net mijn werkdag. Ik was om twee uur als het ware operationeel en kon dus dan een gesprekje met hem opnemen. Waar zouden we het dan over hebben? Over van alles en nog wat, zei Gerrit. Zolang ik maar niet vroeg naar zijn achternaam en niet te specifiek inging op militaire operaties. Specifiek, nog zo’n mooi woord, zei ik tegen Gerrit, die niet begreep wat ik bedoelde. En gelijk had-ie.
Je begrijpt dat ik de maandag daarop, toen Gerrit “voor het echie” belde, toch een tikje aan de gespannen kant was. Nu was Gerrit gelukkig de moeilijkste niet, en hij lulde gelukkig lekker een eind weg. Over hoegenaamd vrijwel niets. Hoegenaamd, vreemd woord. Maar niet lelijk.
-“Aan de lijn heb ik op dit moment Gerrit. Gerrit komt uit Vudel en zit op dit moment in Uruzgan, ergens in Afghanistan. Zo is het toch Gerrit?”
-“ Zo is het zeker Bertje, en goedemiddag luisteraars in Vudel en omstreken. Jullie krijgen allemaal de groeten van ons in Uruzgan.”
-“O, gaan we de groeten doen, Gerrit?”
-“Ja, op veler verzoek.”
-“Vooruit dan maar. Gerrit, je zit op dit moment in Afghanistan zoals ik al zei, en als alles goed gaat zullen wij iedere week een gesprekje houden over jullie werkzaamheden aldaar, en op die manier houden we tevens het thuisfront op de hoogte van jullie gesteldheid.”
Vijf minuten later waren we eigenlijk nog lang niet uitgesproken, maar dat was eigenlijk maar goed ook. De oorlog in Afghanistan zou nog wel even doorgaan en we zouden elkaar nog wel met enige regelmaat spreken. Tenminste, dat dacht ik.
-“Nou Gerrit, dat was heel informerend. Als alles goed gaat spreek ik je volgende week weer.”
-“Laten we daar maar van uitgaan, Bertje.”
-“Doen we. Maar nu eerst hele lekkere muziek.”

Geen opmerkingen:

Een reactie posten