zaterdag 22 oktober 2011

Scott Fitzgerald & Yvonne Keeley – If I had Words (1977, hoogste positie: 1)

SkyDive
Spraakmakend
Kunstzinnig
Ygenzinnig
Doortastend
Informatief
Verrassend
Educatief
Roomse Robert hield een presentatie. Een PowerPointpresentatie. Hij had zeven woorden onder elkaar gezet. Met een schrijffout. Dat vond hij creatief en eigenzinnig. Tja. Waarschijnlijk kende hij gewoon niet zoveel woorden met een ‘Y’. “Maar goed, de eerste letters van de woorden vormen samen het door ons zo geliefde SkyDive”, sprak de voorzitter. “Oja”, reageerde Wendy van Dijk. Het wicht had het blijkbaar nog niet door.
We zaten met zijn allen in de ruimte tussen de beide studio’s en de redactieruimte. De ruimte waar iedereen normaal gesproken alleen doorheen liep, op weg naar redactie, studio, keuken, toilet. Maar ook de ruimte waar je met goed fatsoen niemand kon ontvangen, en al zeker geen potentiĆ«le adverteerders.
Er waren tafels geplaatst, en iedereen was aanwezig, behalve natuurlijk Harrie Vangeneugden, suikeroompje. Die had wel betere dingen te doen. Dikke Joep was er, Sander Parkinson, Wendy van Dijk, Tonny Verhoeven, Paula Smulders, Tinus Brandsma, en een aantal vrijwilligers. Ik zat naast zo’n vrijwilliger, Jochem. Hij stonk. Kende het fenomeen deodorant nog niet, of weigerde dat op te spuiten. ICT ’er. Paardenstaart in zijn nek. Jochem Paardenstaart. Bovendien extreem autistisch. Maar dat gold voor meer ICT ‘ers. Jochem Paardenstaart deed de techniek, zorgde dat de computers goed werkten. Dat deed hij op afstand. Vaak. Dat kon hij, vanuit Hilversum. Soms deed hij dat ook in de avonduren. Wat zeg ik, dat deed hij ook vaak. Hij liep tegen de 30, en woonde nog bij pappie en mammie. In Vudel. Ging iedere dag op en neer naar Hilversum. En hij stonk. En hij was autistisch.
“Mag ik deze gelegenheid te baat nemen, om mijn grote waardering uit spreken voor de vrijwilligers zonder wie deze omroep niet zo groot kon zijn geworden als ie nu is. Dankzij de vrijwilligers, ik kan dat niet genoeg benadrukken, bestaan we nog, en maken we die kwalitatief hoogwaardige programma’s die SkyDive SkyDive maken.”
?
“Ja, daar wil me graag bij aansluiten”, nam Tinus Brandsma het woord. “Zonder die vrijwilligers zou SkyDive niet zijn wat het nu is. Hulde. Graag een applaus voor de vrijwilligers.”
?
En ik maar denken dat dat wij, de slecht betaalde krachten de programma’s maakten. Dat wij de hele dag radio en televisie maakten, en die vrijwilligers alleen in het weekend bezit namen van de ether. Maar ik klapte braaf mee met deze fantastisch opbeurende woorden. Jochem Paardenstaart klapte niet mee. Hij was immers ook nog vrijwillig radiomaker. God, wat stonk hij.
Tja, daar zaten we dan op een willekeurige woensdagavond, te luisteren naar Roomse Robert, die schitterende cliche’s gebruikte als “de schouders onder, samen moeten we het doen, we gaan er tegenaan, we zetten ons beste beentje voor en we maken er wat moois van.”
“Ik dacht dat we zouden bijgepraat worden over de financiĆ«le situatie en de overnameplannen”, fluisterde ik naderhand tegen Sander Parkinson. “Als ik dit geweten had,..”
Dikke Joep hoorde het en zei dat dat binnenkort wel zou gaan komen. Ondertussen waren we maar wat blij met die vrijwilligers. “Nee echt, fantastisch”, zei Tinus Brandsma nog maar een keer. En ik ging een frisse neus halen, en stapte vervolgens maar in mijn Fordje, weer terug naar huis. Weer vele uren onder de pannen geweest, maar geen steek wijzer.

zondag 16 oktober 2011

Guns ‘N Roses – Patience (1988, hoogste positie: 3)

-“Eigenlijk, je kunt je dat vast niet herinneren, maar de eerste dag dat ik je zag, toen je te laat was voor je sollicitatie, wist ik meteen wat voor vlees we in de kuip hadden, en uit welk goede hout je gesneden was. Ik heb dat toen zelfs nog gezegd. Je maakte, ondanks dat je te laat was, een zeer goede indruk op me. Ik zei: dat lijkt me een goede en integere man. En ik had gelijk. Dat liet je ook meteen zien, de week daarna tijdens de gemeenteraadsverkiezingen.”
-“Dat is allemaal leuk en aardig Tinus”, zei ik tegen Tinus Brandsma, want die was het met wie ik dit gesprek aan het voeren was,” maar waarom heb ik dan nog steeds geen contract?”
Ja, daar was ik weer met dat contract. Ik begon mezelf te irriteren, door er continu, dat wil zeggen maandelijks, tegen iedereen die het maar horen wil over te beginnen. En ook als mensen het niet horen wilden trouwens.
-“Eh contract?” zei het schaap dat fysiek dezelfde afwijking had als meerdere vrouwen in dit deel van Noord-Brabant Noord. Korte beentjes en een te dikke kont, net als Wendy van Dijk dus. En ongetwijfeld stinkvoeten. Zoals wel meer vrouwen. Want laten we eerlijk zijn: vrouwen zijn wat scheutiger met parfum dan mannen, maar als ze dat niet waren, waren het net zulke stinkerds als wij.
-“Ja, zoals afgesproken tijdens dat zelfde sollicitatiegesprek. Als ik hier na twee maanden nog zou werken, zou ik een contract krijgen op basis van 24 uur per week.”
-“Eh, tja, dan moet je eigenlijk niet bij mij zijn.”
-“Nou, volgens mij ben jij toch ook bestuurslid en wellicht dat mijn eventuele contract ter sprake is gekomen in een eventuele bestuursvergadering en dat daarin dat eventuele contract werd afgeschoten?”
-“Eh nee, dat is niet het geval. Maar ja, daar gaat ook Roomse Robert over. En natuurlijk, Harrie Vangeneugden. Hij is immers het suikeroompje.”
-“In ieder geval”, besloot ik, “weet ik inmiddels wel genoeg. Kijk, je zou rustig kunnen valideren dat ik eloquent ben, maar niet omnipotent.”
Het schaap keek me schaapachtig aan, hoewel ze nogal kippig was.
“Om het anders te zeggen: Ik heb hier al tijden niets meer te verliezen.”
Ze was even stil en zei toen: “Maar misschien wel alles te winnen?”
-“ Hoezo dat?”
-“Nou, er staat nog van alles te gebeuren de komende tijd, en wellicht dat daar voor jou ook nog een rol is weggelegd. Ik zou het in ieder geval erg jammer vinden als je de pijp aan Maarten zou geven.”
-“Ah, daar hebben we Maarten weer. Maar wat staat er dan te gebeuren?”
-“ Ik kan daar op dit moment niets over zeggen, want er zijn allerlei gesprekken gaande op hoger niveau, en helemaal duidelijk is er nog niets. Maar dat er wat gebeuren en veranderen moet is duidelijk.”
Ja, duidelijk. Dat was het. Voor een goede verstaander. Maar ik was eigenlijk van plan om niet langer te luisteren. Het irriteerde toch weer, en dus bleek ik niet volledig onverschillig, dat er weer van alles werd gesuggereerd zonder dat man en paard genoemd werden. Daar hadden ze toch allemaal een handje van. Maar dat er gesprekken op hoger niveau plaatsvonden over een eventuele overname van SkyDive door een derde partij was mij inmiddels wel duidelijk. Inmiddels, eventueel en wellicht.
Feit was dat ik besloot, op dat moment, om toch nog even te blijven bij deze malloten in Noord-Brabant Noord. Ik wilde weten hoe het verhaal verder zou gaan. En ik besloot dus om de komende tijd geduldig af te wachten.

zondag 9 oktober 2011

Destiny’s Child – Say My Name (1999, hoogste positie: 7)

Af en toe zei Dikke Joep ook wel wat zinnigs tegen mij:
-“Weet je wat jij moet doen? Een andere baan gaan zoeken,” zei hij ergens aan het begin van de maand oktober in het jaar 2006. “Want hier,.. nou,.. het gaat niet goed, en het zal volgens mij ook niet veel beter worden.”
Wow, wat een eyeopener. Een andere baan zoeken. Alsof ik daar niet mee bezig was. Alsof ik het naar mijn zin had bij de Lokale Omroep Vudel, de sociale brandweerwerkplaats SkyDive. Alsof ik het prima vond dat ik werd afgescheept met een slavenloontje. Alsof er niet veel leukere baantjes bestonden, die veel beter betaalden bovendien, en waar ik meer gewaardeerd zou worden.
-“Ik zoek me suf”, zei ik dan ook.
-“Ja, dat zal ook wel”, zei Dikke Joep. “Trouwens, ik doe het zelf ook.”
Joh, dat was me nog niet opgevallen. Sinds een paar weken was Dikke Joep namelijk begonnen om zijn eigen naam te noemen op de radio. Het was bijna te grappig, als het niet zo in- en intriest was. “Het stad- en regionieuws van Vudel en omstreken van maandag 4 oktober. Mijn naam is Dikke Joep”, zei Dikke Joep dan. Om vervolgens het nieuws te roepen: “Een 16-jarige bromfietser uit Erp is zaterdagmorgen tegen een lantaarnpaal aan gereden. Daarna stookte hij een vuurtje in de plaatselijke prullenbak. Naar verluidt had de 16-jarige iets te diep in het glaasje gekeken”,..
Het hoogtepunt kwam toen Gerald en Dikke Joep terugkwamen van een klus, een item in Mariaheide. “Dikke Joep heeft een stand-upje gedaan”, zei Gerald. “Een stand-upje?, vroeg ik, hoewel ik wist wat een stand-upje was. “Ja”, zei Gerald, die er vervolgens bij vertelde dat hij dat op zich wel een goede zaak vond, want dat deden ze immers bij SBS6 ook regelmatig. Maarja, een stand-upje, dat was bij SkyDive nog nooit gedaan.
Het nieuws van Mariaheide had alles te maken met een streepje. Een plaatselijke amateurhistoricus had een document uit 1908 gevonden, waarin stond dat de plaatsnaam Mariaheide werd geschreven met een streepje. Of zoals ze daar zeggen: “Een stripke.” Het moest dus, volgens de amateurhistoricus, Maria-Heide zijn, met een stripke. Hij wist het zeker.
En dus stond Dikke Joep bij het plaatsnaambordje van het dorp, waarop Mariaheide nog zonder streepje werd geschreven en begon het item met een shot van het plaatsnaambordje, om vervolgens naar Dikke Joep te zwenken: “We zijn  hier in Maraiheide”, zei de overgezette man, alsof we dat nog niet gezien hadden, “en het zou zo maar eens kunnen dat de naam binnenkort gaat veranderen in Maria-Heide, met een “stripke”. Hij zei het echt: “Een stripke.” Ondertussen kwam zijn naam onder in beeld. Dikke Joep. Om vervolgens door te knippen naar de amateurhistoricus. Aan het eind van het item zei Dikke Joep: “Wordt ongetwijfeld vervolgd”. Iets wat hij vaker zei. Het gaf hem de mogelijkheid om er de volgende dag of week weer op terug te komen.
En dat deed hij ook. De volgende dag. Met weer een stand-upje. En commentaar van de burgemeester, die het maar onzin en gezeur vond. Het was zoals het was, en zo bleef het ook, zei de burgemeester. Boze amateurhistoricus tot gevolg. En inderdaad, het is tot op de dag van vandaag Mariaheide, zonder vermaledijd “stripke.”
Ondertussen had Dikke Joep dus allerlei radio- en televisiemateriaal verzameld om mee te pronken, zoals hij dat vond. Hij stuurde het naar Omroep Brabant, want daar wilde hij wel werken. “Eens kijken wie ik daar allemaal kan zwart maken, en eruit kan werken”, lachte hij tegen mij. Ik keek hem fronsend aan, want wat bedoelde hij daar nou weer mee? Wat een rare man.
Hij is daar overigens  nooit binnengekomen. Ze kenden zijn naam en reputatie al, en waren niet van plan met hem in zee te gaan. En gelijk hadden ze.