Komkommertijd, zo noemden we dat, back in the old days. Tegenwoordig heeft dat toch een beetje een nare bacteriële bijsmaak, maar daar deden we in die tijd nog niet zo moeilijk over. Het was zomer en er was geen nieuws. “Onzin”, riep ik meteen, nadat ik zelf was teruggekeerd na een weekje op de bank zitten. “Er is altijd nieuws.”
Er was altijd wel iemand gras aan het maaien, planten water aan het geven, een paard aan het aaien, wegwerkers die gewoon hun werk moesten doen en wat dacht je van schoorsteenvegers? Halve zolen die met 30 graden Celsius het dak op moesten om daar dan net te doen alsof er een dood vogeltje in de schoorsteen lag of een losse dakpan, waardoor men extra moest betalen. Overal ging het leven gewoon door, al waren de scholen dicht en gingen de plaatselijke wethouders en raadsleden op vakantie naar verre oorden. Op reces noemden we dat. Of, zoals Dikke Joep dan grapte, “op recessie”. Een week of acht, negen. Alsof het niks kostte.
En dus kwam ik in die zomer van 2006 op plekken waar ik normaal gesproken nooit zou komen. In alle kerkdorpen werden wel zomerkampen georganiseerd, speciaal voor kinderen die niet op vakantie konden, omdat het hun ouders ontbrak aan financiële middelen. Hey, welcome to the club. En er waren molens. Keldonk had er eentje. Eerde had er ook eentje.
Als je zelf op vakantie bent, bijvoorbeeld op Ameland ga je naar de molen kijken, of naar de vuurtoren, of je ging naar een museum, even los van het feit dat je ook naar het strand kon natuurlijk. Iets wat je in je eigen dorp of stad nooit deed, omdat het nu eenmaal stompzinnig was. Maar ja, waarom dan nu niet? Waarom niet even geouwehoerd met de molenaar hoe het ermee stond? Waarom niet even met de museumdirecteur geluld over de teruglopende bezoekersaantallen? En dan hadden we het nog niet eens gehad over het WK Voetbal, de Nijmeegse Vierdaagse, de Tour de France, de enorme droogte bij de boeren.
Zoals gezegd: Er was genoeg te doen. Ik kwam de zomer van 2006 uiteindelijk wel door. ‘Summertime, and the living is easy’. Voor ik het wist was de zomer voorbij, had ik flink extra uren gemaakt door in te vallen voor mijn wanstaltige collega’s die wel op vakantie gingen, en dus kon ik extra knaken declareren bij Roomse Robert.
O ja, Roomse Robert. Was die ook niet terug van vakantie? Dat was hij. Het werd tijd voor een gesprek met het schoothondje van Suikeroompje. Ik wilde een contract. Zoals afgesproken. Want anders…
Hij reageerde per email. Hij zou de week dat de scholen weer zouden beginnen, en de Vudelse raad weer bijeenkwam, wel even langskomen. Dan konden we het er eens over hebben. En natuurlijk ook over mijn vooruitgang, stilstand of achteruitgang. Gelieve door te strepen wat van toepassing is.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten