zaterdag 27 augustus 2011

Eagles – New kid in town (1977, hoogste positie: 11)


Goed beschouwd was Sander Parkinson de opvolger van Guido Wijers. Die was eigenlijk toch wel een beetje met stille trom vertrokken. Was vast van plan om nog regelmatig langs te komen, maar dat bleek een loze belofte. Al zagen sommigen dat ook wel als een dreigement.

Sander Parkinson kwam in de zomer van 2006 zomaar ineens binnen lopen. Ik kende de man niet, maar Dikke Joep en Wendy van Dijk, en ook de beide acquisiteurs, duidelijk wel. Enorm positief daarover waren ze overigens niet. Niet omdat ze hem niet mochten, maar omdat het zo’n druktemaker was. Tenminste, dat zei Wendy van Dijk. “Maar hij lijkt ook wel een beetje veranderd. Misschien is hij wat rustiger geworden”, voegde ze daar wel aan toe.

Sander Parkinson had jarenlang als vrijwilliger radio gemaakt bij SkyDive FM, maar was een aantal jaren geleden met ruzie vertrokken, zoals zovelen voor en na hem. De ruzie betrof de eisen die de toenmalige net-aangestelde hoofdredacteur Kees-Jan de Waal stelde aan de vrijwilligers. Deze waren “niet normaal meer”, zoals Sander Parkinson zelf zo plastisch wist uit te drukken.

Maar Kees-Jan de Waal was vertrokken, met luide trom, en dus kon hij wel weer eens kijken hoe het met zijn jeugdliefde SkyDive FM ging. Niet zo goed. Weinig geld en weinig luisteraars. Dus toen hij, na overleg met onze interim-hoofdredacteur, de altijd aimabele Dikke Joep, voorstelde om de ochtendshow te gaan doen, en binnen no-time vele luisteraars binnentrok omdat hij een groot netwerk bezat, en bovendien een goede radioman was, was dat een goed idee.

Hij hoefde daarvoor trouwens geen geld en wilde het vrijwillig blijven doen. Sander Parkinson zat immers samen met zijn echtgenoot in de schuldsanering, nadat zijn snackbar in Vudel op de fles was gegaan. Hij was genaaid, zo zei hij zelf. En zijn echtgenoot trouwens ook. Maar niet door elkaar, maar door de eigenlijke eigenaar van de snackbar. Ze voldeden bij lange na niet aan de geëiste omzet, en dus ging de zaak failliet, en zaten zij met de gebakken aardappelen. Figuurlijk dan he? En het feit dat hij dus betaald zou moeten gaan worden, was weer eens zo’n grove leugen van Roomse Robert. Alsof ik daar niet achter kwam? Ik kwam overal achter.

Overigens wist Sander Parkinson al op zeer jeugdige leeftijd dat hij van de herenliefde was. Zoals hij het zelf zei: “Ik wist het al als kind. Speelde met poppen en zo, en altijd aan het zingen met mijn vriendinnetjes. Vriendjes had ik niet. Ik heb het nog wel geprobeerd toen ik 17 was. Toen had ik een vriendin. Wij zoenen en zo. En op een gegeven moment moest ik haar dan uitkleden. Dus ik haar borsten zoenen. Ik vond het maar stomme dingen. Deed me ook niks. Vervolgens verder naar beneden, tussen de benen. Toen ik dat daar rook, zag en moest gaan zoenen, heb ik gigantisch moeten overgeven. Toen wist ik het zeker: dit nooit meer. “

Geen verrassing verder. Je kon het zo aan hem zien. En horen: de manier waarop hij iedere dag “Hoi Bertje” zei, verraadde al een heleboel.  Bovendien had hij een zeer ongezonde voorliefde voor de muziek van Robert Long. Daar had hij zelfs nog prijzen mee gewonnen op jeugdige leeftijd. Als zanger. In Hilversum notabene. Daarna was het mis gegaan en kon hij de druk van het moeten optreden niet meer aan. Hij was dus maar radio gaan maken en een snackbar begonnen. Met alle gevolgen van dien.

Niettemin. Hij deed stemmetjes, trok luisteraars, leerde mij veel over radiomaken, voice-tracken en het verleden van Dikke Joep en SkyDive, en het dient gezegd: de paar maanden na de zomer van 2006 waren de leukste en gezelligste die ik daar in mijn Vudelse jaren heb meegemaakt. We hebben toen veel gelachen. Dat duurde ongeveer tot december 2006. Toen werd het weer allemaal anders. En was ik voorgoed uitgelachen.

zondag 21 augustus 2011

The Clash – Should I stay or should I go (1982, hoogste positie in 1991: 3)


-“Nou ja, op zich kun je best goed interviewen, daar valt weinig over te zeggen, maar als het gaat om presenteren, dan kun je nog wel een hoop vooruitgang boeken. Het is nog steeds een beetje staccato, een beetje hapsnap, te weinig vloeiend.”
-“Maar luister je dan wel eens? Wanneer luister je dan?”
-“Nou ja, ik zit wel eens in de auto en dan heb ik SkyDive natuurlijk opstaan. En dan hoor ik je af en toe wel ja. En ’s avonds luister ik ook wel eens”

In de auto. SkyDive FM had een bereik van een kilometer of tien in de ether wist ik toevallig. Ook wist ik dat er ’s avonds vrijwel niet naar SkyDive FM werd geluisterd. Roomse Robert, want die zat weer tegenover me, met zijn koffertje, was duidelijk weer eens ingefluisterd door Dikke Joep. Hij lulde maar wat. Ik liet het maar zo. Aan de ene kant omdat ik wist dat het niet perfect was wat ik afleverde iedere dag op de radio, maar ja, dat had ook weer te maken met de andere kant: Ik had nog immers steeds geen contract en dat was niet conform de afspraken die ik vier maanden geleden met Kees-Jan de Waal, de toenmalige hoofdredacteur, had gemaakt.

-“Misschien moet je maar eens je oor te luister leggen bij de vrijwilligers in het weekend. Zij weten vast wel hoe je goed moet voice-tracken.
-“Nou, dat wil ik best doen hoor”, zei ik dan ook, “maar dan wil ik toch eerst een contract, want dat is nou eenmaal zo afgesproken en daar heb ik recht op. Pas als dat zo ver is, kun je me echt gaan beoordelen, en dan zal ik laten zien wat ik allemaal in mijn mars heb.”
Ik besloot het wat harder te spelen. Tenminste, voor mijn doen dan.
-“Ja, dat contract. Daar krijg ik de handen van het bestuur toch echt niet voor op elkaar.”

Even denken hoor. Het bestuur bestond uit Roomse Robert, Tinus Brandsma en Harry Vangeneugden, suikeroompje. Tinus Brandsma was een best mens, maar veel verder dan een kookrubriekje op de zondagse radio kwam ze niet. Die had echt niets te vertellen. Harry Vangeneugden kon het aan zijn reet roesten wie en wanneer wat kreeg. Dus bleef over: deze man die nu hier voor me zat en die nog steeds hetzelfde stompzinnige sikje had als het suikeroompje, wiens kont hij regelmatig schoon zal hebben gelikt.

-“Hm”, zei ik dan ook, want ik zat zelden verlegen om mijn goede teksten. “Ik denk er het mijne van, maar eh, ik heb toch rechten?”
-“Zeker, en daarom zeg ik je dit: als het je niet bevalt dan is daar de deur, en dan moet je maar niet meer terugkomen.”

Zo, de toon was gezet. C’est le ton qui fait la musique. Duidelijke taal. “Bovendien”, zo ging de foute ondernemer aan wie vele fora waren gewijd verder, “gaat het financieel op dit moment gewoon niet goed. Er komt te weinig binnen via acquisitie, er gaat te veel naar E3 Audio Visio, en Kees-Jan de Waal moet nog worden afbetaald, en we willen een nieuwe radioman voor de ochtendshow en we zaten te denken aan Sander Parkinson.

Ah, Sander Parkinson. We zouden hem bijna vergeten. Hij liep sinds een paar weken iedere dag binnen. Kwam vrijwillig radio maken. Overtuigd homoseksueel. Had de uitstraling van Paul de Leeuw, maar dan in de rol van Bob de Rooij. Zeker geen onaardige kerel, maar zo oppervlakkig als een,... eh,.. oppervlakkige Paul de Leeuw in de rol van Annie de Rooij. Hoefde niets te kosten, want zat in de schuldsanering. En had ervaring. Rookte bovendien als de schoorstenen van,.. eh,.. Luik. Of zo.

“Weet je wat je doet? Ga meer televisie maken. Er is wat dat betreft ruimte zat, nu Dikke Joep veel hoofdredactionele taken verricht, en vraag het me gewoon over een maand of twee, drie nog eens. Wie weet hoe de vork dan in de steel zit. Maar als je nu weg wil, moet je dat zelf weten. Even goede vrienden.”

Met zulke vrienden,..

donderdag 11 augustus 2011

The Zombies – Summertime (1972, hoogste positie: 28)


Komkommertijd, zo noemden we dat, back in the old days. Tegenwoordig heeft dat toch een beetje een nare bacteriële bijsmaak, maar daar deden we in die tijd nog niet zo moeilijk over. Het was zomer en er was geen nieuws. “Onzin”, riep ik meteen, nadat ik zelf was teruggekeerd na een weekje op de bank zitten. “Er is altijd nieuws.”

Er was altijd wel iemand gras aan het maaien, planten water aan het geven, een paard aan het aaien, wegwerkers die gewoon hun werk moesten doen en wat dacht je van schoorsteenvegers? Halve zolen die met 30 graden Celsius het dak op moesten om daar dan net te doen alsof er een dood vogeltje in de schoorsteen lag of een losse dakpan, waardoor men extra moest betalen. Overal ging het leven gewoon door, al waren de scholen dicht en gingen de plaatselijke wethouders en raadsleden op vakantie naar verre oorden. Op reces noemden we dat. Of, zoals Dikke Joep dan grapte, “op recessie”. Een week of acht, negen. Alsof het niks kostte.

En dus kwam ik in die zomer van 2006 op plekken waar ik normaal gesproken nooit zou komen. In alle kerkdorpen werden wel zomerkampen georganiseerd, speciaal voor kinderen die niet op vakantie konden, omdat het hun ouders ontbrak aan financiële middelen. Hey, welcome to the club. En er waren molens. Keldonk had er eentje. Eerde had er ook eentje.

Als je zelf op vakantie bent, bijvoorbeeld op Ameland ga je naar de molen kijken, of naar de vuurtoren, of je ging naar een museum, even los van het feit dat je ook naar het strand kon natuurlijk. Iets wat je in je eigen dorp of stad nooit deed, omdat het nu eenmaal stompzinnig was. Maar ja, waarom dan nu niet? Waarom niet even geouwehoerd met de molenaar hoe het ermee stond? Waarom niet even met de museumdirecteur geluld over de teruglopende bezoekersaantallen? En dan hadden we het nog niet eens gehad over het WK Voetbal, de Nijmeegse Vierdaagse, de Tour de France, de enorme droogte bij de boeren.

Zoals gezegd: Er was genoeg te doen. Ik kwam de zomer van 2006 uiteindelijk wel door. ‘Summertime, and the living is easy’. Voor ik het wist was de zomer voorbij, had ik flink extra uren gemaakt door in te vallen voor mijn wanstaltige collega’s die wel op vakantie gingen, en dus kon ik extra knaken declareren bij Roomse Robert.

O ja, Roomse Robert. Was die ook niet terug van vakantie? Dat was hij. Het werd tijd voor een gesprek met het schoothondje van Suikeroompje. Ik wilde een contract. Zoals afgesproken. Want anders…

Hij reageerde per email. Hij zou de week dat de scholen weer zouden beginnen, en de Vudelse raad weer bijeenkwam, wel even langskomen. Dan konden we het er eens over hebben. En natuurlijk ook over mijn vooruitgang, stilstand of achteruitgang. Gelieve door te strepen wat van toepassing is.