zondag 19 juni 2011

Travis – Why does it always rain on me (1999, hoogste positie: 73)


Het weer in Uruzgan vanmiddag: droog, zonnig en 34 graden. Bovendien is het erg stoffig. Het weer in de studio’s van SkyDive FM: bedompt, drukkend, warm,.. donderwolken trekken samen boven de hoofden van de medewerkers. Of niet?

Men zegt wel eens in Nederland: Na regen komt zonneschijn. Men vergeet daarbij te zeggen dat er na die zonneschijn ook vaak weer regen valt. Vaak zelfs met bakken uit de hemel. Zoals het glas altijd halfvol is, maar ook altijd halfleeg. Dat gelul over halfvolle glazen als metafoor voor optimisme,.. stel je niet aan. Het betekent niets. Als je boven op de top van de berg bent, moet je toch weer naar beneden. Net zo goed als dat je, wanneer je niet meer dieper kunt zakken, alleen nog maar omhoog kunt. En dat is dan ook weer mooi. We zijn echter 99 procent van de tijd onderweg naar de top, of naar het diepste dal. We weten alleen nooit goed welke kant we opgaan. Om het anders te zeggen: Als het glas halfvol is, kan het alleen maar leger worden, en dan is het glas meer leeg dan vol. En dat is prima, want dan vul je het weer. Of niet, als je genoeg hebt gedronken. De Engelsen zeggen het beter, zoals wel vaker: It Never rains but it pours. En: there’s no use crying over spilt milk.

Maar dit allemaal terzijde.

Ik groette Gerrit voor de laatste maal. Hij stond op het punt om af te zwaaien, terug te komen naar Nederland. Zijn tijd zat er al bijna op. Hij vond het ook wel mooi geweest. De dood van een van de piloten uit de omstreken van Vudel, Michael Donkersloot, had er ook bij hem flink ingehakt. Vloog zomaar tegen een berg op. In zijn geval, letterlijk.

Het had mij in ieder geval veel ICE opgeleverd. Iedereen had er immers een mening over en ik peilde ze allemaal tot aan opperheer Dick Berlijn toe. Niettemin vond ik het toch ook wel erg. Nee, echt. Alleen, die dingen gebeuren in oorlogstijd he? Zo is het toch? “Ja maar, het is een opbouwmissie!”, zei dan altijd iemand. Ja, vertel ze dat daar ook even. We komen met een hoop militairen naar hun land, de boel opbouwen. Zeiden de Duitsers ook niet zoiets, en jaar of 65 geleden?

Tja,.. Alleen, deze piloot had zichzelf in Afghanistan misschien wel,.. Bewust tegen een berg op… Dat is nooit helemaal duidelijk geworden.

Ik liep vanuit de studio naar de keuken. Daar stond Dikke Joep weer koffie te roken. Hij verontschuldigde zich voor zijn gedrag. Met een hoog stemmetje. Niet door sorry te zeggen, maar door te zeggen dat het anders had gemoeten. Maar het was niet gebeurd als ik niet altijd om 13.00 uur aanwezig was. Hoewel sympathiek van me om een uur eerder te komen, was het wat hem betreft niet nodig, zeker niet in het midden van de zomer, wanneer er toch niets gebeurde.

-“Dus was het toch ook mijn schuld?”
-“Nou ja, dat ook weer niet.”
-“Nee, dat dacht ik ook. Alsof ik verdomme weet wanneer er gebeld wordt vanuit Uruzgan.”
-“Nee, dat was ook weer waar. En ja, over Roomse Robert, daar moest ik het maar met Roomse Robert over hebben.”
-“Dat ga ik zeker doen. Anders nog iets?”
-“Nee.”
-“O ja, ik neem volgende week een weekje vrij. Niet goed? Geld terug.”
-“O.”

Een weekje vrij. Dat kostte me dus direct zo’n 300 Euro. Alleen maar door thuis op de bank te zitten. Zonde hoor. En het zou nog wel gaan regenen.

donderdag 9 juni 2011

Gilla – We gotta get out of this place (1979, hoogste positie: 40)


-“SkyDive, met Bertje, goedemiddag.”
-“Hey Bertje, Gerrit hier, Uruzgan calling.”
-“Hey Gerrit, je belt vroeg.”
-“Ja, we zijn straks druk met van alles en nog wat. En dan heb ik dus geen tijd meer om te bellen, dus dacht ik: kom, ik bel iets eerder.”

Het was 13.15 uur. Ik was net op de redactie en normaal gesproken belde Gerrit een keer in de week tussen 14.00 uur en 15.00 uur. Dat was tijdens de mess in Uruzgan. Dan was het rustig omdat iedereen verplicht aan het socializen was. Kon Gerrit mooi bellen. Maar nu dus niet, omdat hij straks druk was met van alles en nog wat. Wat dat dan was?

-“Kan ik helaas geen mededelingen over doen, Bertje.”
-“O. Nou, dan zal ik eens kijken of de studio vrij is. Dan kunnen we mooi een gesprekje opnemen. Waar gaan we het over hebben?
-“Ik zat te denken aan het weer.”
-“Welja, het weer.”
-“Nou, daar valt anders best veel over te zeggen hoor, het weer, hoe het is en wat voor invloed het heeft op de manschappen.”
-“Wat jij wil. Gaan wij het hebben over het weer. Ik leg je even neer en kijk of de studio vrij is. Geniet ondertussen van de hele lekkere muziek als ik je in de wacht zet. Dan pak ik je in de studio weer op. Je hebt toch nog wel even, Gerrit?”
-“Ja hoor, tijd zat.”

Aangezien ik nog maar zo’n tien minuten binnen was in de sociale werkplaats had ik Dikke Joep nog niet gezien. Die kon ook op reportage zijn voor radio of televisie, maar hij bleek in de studio te zijn waar de montages plaatsvonden en de telefoongesprekken werden opgenomen. Geen idee wat hij daar eigenlijk aan het doen was. Dikke Joep communiceerde zijn bezigheden zelden, en aan redactievergaderingen werd nauwelijks gedaan. Ik had het in ieder geval nog niet meegemaakt. Ik klopte dus netjes op de studiodeur.

-“Hey Dikke Joep”, zei ik. “Gerrit uit Uruzgan hangt aan de telefoon, Hij heeft de rest van de dag geen tijd. Zou ik even een gesprekje met hem mogen opnemen?”
Ik zei het vriendelijk, maar wat toen gebeurde hadden zelfs de goden, die over het algemeen toch vrij goed op de hoogte zijn van noodlottigheden, nooit kunnen voorzien.
-“WAT?! De studio is pas vanaf 14.00 uur voor jou, godverdomme. Ik ben het zat, je komt iedere dag vroeger aan, en hebt veel te veel tijd nodig om godverdomme die gesprekjes op te nemen en nu moet ik ook al weer weg uit die godvergeten studio omdat er godverdegodver weer iemand belt uit fucking Verweggistan. Ik ben het zat. EN ROOMSE ROBERT IS OOK NIET TEVREDEN OVER JOU!”

Zo, die kon ik in mijn zak steken. Ging ik niet doen, want daar zaten al sleutels, een zakdoek en een pakje shag in, dus dit hoefde er niet bij. In eerste instantie liep ik weg, sloeg met de deur, liep naar de keuken, stond daar even stil, om vervolgens rechtsomkeert te maken. Zo liet ik niet tegen me spreken en ik deed de deur van de studio weer open.

-“Die studio uit”, zei ik. “En wel nu. We praten straks wel verder. Ik heb een interview op te nemen, maar het is wel duidelijk dat wij eventjes met elkaar moeten spreken. Dat gaan we dus doen. Straks. En nou wegwezen.”

Dikke Joep keek me aan, nog licht verhit. Zoals altijd. Het is ook moeilijk als je zo dik bent, midden in de zomer, met een slecht werkende airconditioning. Hij stond moeizaam op, en liep de studio uit. Duidelijk onder de indruk.

Ik ging zitten. “Aan de lijn heb ik Gerrit. Gerrit, hoe is het weer in Afghanistan? Hier is het toch een potje heet, zowel letterlijk als figuurlijk, maar hoe is het daar?”

donderdag 2 juni 2011

Tee Set – She likes weeds (1970, hoogste positie: 1)

-“Met Bertje”
-“GEKKE HENKIE! WAAR ZIT JE?”
-“Met wie?”
-“GEKKE HENKIE!”
-“O,.. Hoi.”
-“Ja hoi. WAAR ZIT JE?”
-“Eh, vlakbij Oss, op de snelweg, net voorbij Knooppunt Paalgraven, mag ik met mijn…”
-“Juist. Kun je meteen doorrijden naar Groenendal? Daar is net een hennepplantage opgerold. Gerald is er al naar toe met camera. Kun je daar even een interviewtje doen met een politiewoordvoerder.”
-“Eh ja hoor. Groenendal? Waar is dat?
-“Bij de Industrielaan, en dan net voorbij de Boerenbond en vlak voor de Gamma rechtsaf. Dan rijd je er zo tegenaan. Oké?”
-“Eh, oké.”
Pfff, daar reed ik dan met mijn nieuwe autootje. Een rode Ford. 750 Euro. Stond in Nijmegen langs de kant van de weg, met telefoonnummer erbij. Afgelopen zaterdag gebeld. APK tot januari 2007, dus dat duurde nog meer dan een half jaar. Hij startte tijdens het proefritje. Ik liet ‘m afslaan, bewust, en hij startte meteen weer gemakkelijk op. Tja, maar doen dan he? Daar ging mijn dure reiskostenvergoeding. Op, aan een autootje. Dus had ik mijn gewone freelancers-inkomsten om van te leven vanaf nu. Precies genoeg om van te wonen, te eten en af en toe wat te drinken. Roken kon er eigenlijk niet meer af, maar ja: Het WK Voetbal kwam er aan. Laat ze dan maar eens liggen.
En nu werd ik dan meteen gebeld op mijn goeie ouwe vertrouwde koelkastje. In de auto, door Gekke Henkie. Jeetje, wat kon die man schreeuwen aan de telefoon. Of lag dat aan mijn autootje, of aan mijn mobieltje?
Ik had ‘m nu twee keer ontmoet. Gekke Henkie. Dat wil zeggen: ook de tweede keer zei hij niets. Hij stond buiten bij zijn bedrijfje in het centrum van Vudel. Waarom stond ie buiten? Hij had net een dikke, vette scheet gelaten. Ik rook het duidelijk. Vies. Ik keek ‘m aan. Hij mij niet. We zeiden niets. Ik ook niet. En nu belde hij. Had hij dus blijkbaar mijn nummer. Gekke Henkie. Wat een naam voor de directeur van een audiovisueel bedrijfje.
De Industrielaan? Waar was dat in hemelsnaam? Als ik de afslag Vudel Centrum nam reed ik regelrecht het centrum in. Zat daar ergens de Industrielaan? Maar ja, als ik de afslag Vudel Zuid nam,.. dat was, als je van de andere kant kwam, weer de afslag Vudel Centrum. En dan was de afslag Vudel Centrum die er nu al snel aan kwam, Vudel Noord. Hm, dilemma’s. Lastig hoor.
Hoe ik het deed, deed ik het. Ik nam de tweede afslag, kwam op de een of andere manier terecht op de Industrielaan, en zag aan mijn linkerkant de Gamma. En even verderop zelfs de Boerenbond. Aan mijn linkerkant. Tja. Toch maar de afslag tussen beide bedrijven door genomen en verdomd, ik reed regelrecht naar een weggetje dat later Groenendal bleek te zijn, waar een aantal politiewagens stond en Gerald zijn beelden al bleek te hebben gemaakt. Een totaaltje, een straatnaambordje, blauwe zwaailichten, de deur van het bedrijfspandje, politieagenten, nog een politieauto, nog een totaaltje van de andere kant,.. prachtige beelden.
De camera stond al op een statief, en de microfoon was al ingeplugd. Wat een professional. Ik zette mijn auto in de berm, groette Gerald en ging op zoek naar de politiewoordvoerder. Die kwam er ook net aan.
Dion Luycx, zo heette de politiewoordvoerder. Belangrijk. Moest onder in beeld. Zijn naam dan. Geen familie van de mosterd. “Wat is hier gebeurd? Wat trof u aan? Heeft u al iemand aangehouden? Hoe kwam u ze op het spoor?” Het vak van journalist is zo moeilijk niet. De antwoorden waren nietszeggend. “Kon niet zeggen. Nog in onderzoek. Tip van energiemaatschappij. Hier is mijn directe nummer. Bel me straks maar weer, dan weet ik vast meer.”
Kijk, dat was nou weer handig. Weer een radio-item erbij. En, respect. Ook mooi.