En zo kom je dus af van een hoofdredacteur. Je constateert dat hij een fout maakt, je schrijft het op. Je constateert dat hij weer de fout ingaat en je schrijft ook die op. Dat blijf je doen, totdat je er een stuk of 10 hebt. En dat hoeft helemaal niet lang te duren. Dan confronteer je je collega’s met de fouten die ook hen geraakt hebben. “Toch”? zeg je dan, waarop zij de fout beamen. En dan stel je een document samen waarin staat dat jij als woordvoerder van de redactie het vertrouwen opzegt in de hoofdredacteur. Hierin noem je ook de namen van je collega’s zodat men kan zien dat de vertrouwenskwestie breed wordt gedragen en dat is het dan. A child can do the laundry.
De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat de hoofdredacteur al eens eerder een waarschuwing had gehad vanwege belangenverstrengeling. De jingles die hij voor de radio had opgenomen, had hij met zijn eigen hobbybedrijfje gemaakt en opgenomen, en vervolgens dat dus overdreven hoog gefactureerd bij SkyDive RTV. Hij stond dus al op scherp met een gele kaart.
De enige die niet in het 12 A4-tjes dikke document werd genoemd was Guido Wijers. Guido Wijers was namelijk een goede vriend van Kees-Jan en werd dus buiten het gekrakeel gehouden. Toen het bestuur dus, naar aanleiding van Dikke Joep’s boekwerkje, niet anders kon dan de hoofdredacteur op non-actief te stellen, reageerde Guido Wijers dus nogal verbaasd. Hij wist immers van niks. “Hoezo? Wat dan? Wanneer? Waarom?” en meer van dat soort teksten kwamen er uit zijn mond. Vragen waarop ik het antwoord grotendeels schuldig moest blijven. En eigenlijk iedereen, behalve Dikke Joep. Maar we lieten het maar zo, lafbekken als we waren.
Roomse Robert stelde een persbericht op namens het bestuur, benoemde Dikke Joep tijdelijk tot interim hoofdredacteur en vroeg of ik wat meer televisie wilde gaan doen. “Tuurlijk”, had ik gezegd, lafbek als ik was, maar toch ook benieuwd naar de wereld die televisie heet. Ik kreeg er voorlopig geen extra uren voor en dus ook geen extra geld. Het moet maar in de middaguren als ik toch al aan het werk was. Dikke Joep kon dat ’s ochtends mooi voorbereiden, als het nodig was. Uitzonderingen daargelaten. Mooie uitdrukking: uitzonderingen daargelaten. Als je het voor het zeggen had, kon je daar alle kanten mee op.
-“Tja, dit is zo’n uitzondering”.
-“O?”.
-“Ja”.
-“O”.
-“O?”.
-“Ja”.
-“O”.
Een week later was Guido Wijers weg. Had een andere baan gevonden bij de lokale omroep in Eindhoven. Dikke Joep ging voorlopig ’s ochtends de liveshow doen, en ik hetzelfde nog: een beetje radio en een beetje tv. Ik werkte al weer ruim zeven weken bij de lokale omroep van Vudel. Het werd tijd voor een gesprek over mijn eventuele contract. Maar ja, de hoofdredacteur was weg. Met wie nu te spreken? “Dan moet je toch echt bij het bestuur zijn”, zei Dikke Joep. Dus ging er een mailtje van mij naar Roomse Robert. “Verzoek tot gesprek”. Hij had volgende week woensdag, tussen 12 en 13 uur wel even tijd.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten