Het is zo evident, dat je het bijna zou vergeten: Het
jaarlijkse hoogtepunt voor iedere geboren en getogen Vudelnaar, en ook voor een
ieder die zich import-Vudelnaar noemde, en dat zijn er nogal wat: Carnaval! Dat
betekende ook bijna automatisch dat dit festijn voor mij ieder jaar een
dieptepunt betekende, al wist ik dat in mijn eerste echt volle jaar bij SkyDive
nog niet.
Gekke Henkie had een heel programma samengesteld, waarbij
iedereen, vrijwilligers en beroeps-SkyDivers, een steentje zou bijdragen. Alles
werd verslagen, overal gingen we naartoe. Gerald en Steven filmden, en er werd
zelfs een extra cameraman ingehuurd. Jan van de Burelen maakte overal foto’s
van, en die werden door Fransje Lauda op de website en de kabelkrant geplaatst.
Sander Parkinson, Dikke Joep, een aantal vrijwilligers, en
ook ik, deden verslag voor radio en televisie van alles wat er zoal rond
carnaval te doen was. Daar werd ’s avonds op Tv een compilatie van gemaakt en
dat luisterde naar de naam ‘Rundje Carnaval’. Jochem Paardenstaart deed veel
radio. Die mocht niet op tv, voor de camera, want tja, je moet wel kijkers
overhouden. En Jochem Paardenstaart op tv: daar waren niet veel beeldbuizen tegen
bestand.
Ik werd ingedeeld om samen met Steven een verslag te doen
van Toeternietoe. U zegt? Toeternietoe. Het zei mij ook niks, maar het bleek te
gaan om een toeterfestijn, met toeters. Dacht ik. Bandana op mijn hoofd,
ooglapje voor, reed ik goedgemutst met Steven, getooid met boerenkiel, richting
de markt van Vudel. “Eerst even een paar biertjes drinken”, zei Steven, en dat
kon ik niet echt erg vinden.
Op de markt in Vudel bevond zich een groot podium. Op dat
podium stonden heel veel mensen met trompetten, saxofoons, hoorns en wat dies
nog meer voor een spul zij. Was dat dan Toeternietoe? Hoe kon ik daar nu
verslag van doen? Nee, vertelde Steven, het ging om al die mensen voor het
podium. Die deden allemaal mee aan een Stoatoafelwedstrijd. Aha. Het bleek dat
vele carnavalvierende Brabantse zatlappen een eigen statafel hadden
gefabriceerd, en die werden door een dronken professionele jury beoordeeld.
Een hele hoge stoatoafel zat erbij, waardoor ik op een
ladder moest, terwijl ik gefilmd werd tijdens het ondervragen van de lavelozen.
Eén man had een statafel van zijn rollator gemaakt, een ander van zijn
scootmobiel, en eentje was zelf een statafel. Het was een gekkenhuis. De
winnaar zou later die avond wel bekend gemaakt worden, maar eigenlijk deed het
er niet toe. Het toet er nie toe, zou men daar zeggen: iedereen was een
winnaar. Of een loser, ligt er maar aan hoe je het bekijkt. Met of zonder
ooglapje.
Het was koud en regenachtig, en we namen nog een biertje,
toen er een vrouw naar me toe kwam. “Wil
je eerst pizza en dan mee naar mijn huis, of ga je meteen mee, en nemen we
daarna pizza?” zei ze.
“Eh,” hakkelde ik, “doe maar eerst een pizza.”
Ik had duidelijk niet genoeg bier op, wat ook niet zo gek was, want ik moest natuurlijk nog rijden, terug naar Nijmegen. Ik wenkte Steven, die even verderop aan het versieren was, of versierd werd, dat we moesten gaan, en bedacht me op de terugweg dat ik dat volgend jaar, bij leven, welzijn, en genoeg alcohol achter de kiezen, anders zou gaan doen. Hoop doet leven, maar dat doet er niet toe.
“Eh,” hakkelde ik, “doe maar eerst een pizza.”
Ik had duidelijk niet genoeg bier op, wat ook niet zo gek was, want ik moest natuurlijk nog rijden, terug naar Nijmegen. Ik wenkte Steven, die even verderop aan het versieren was, of versierd werd, dat we moesten gaan, en bedacht me op de terugweg dat ik dat volgend jaar, bij leven, welzijn, en genoeg alcohol achter de kiezen, anders zou gaan doen. Hoop doet leven, maar dat doet er niet toe.
De nummer 1-hit van 2007 was Lauwe Pis van Theo Maassen.
Voor het eerst in vele jaren had een carnavalsnummer weer de hoogste positie in
de charts behaald. We draaiden ‘m op de radio. Heel af en toe, voornamelijk in
de avond. Dikke Joep vond de tekst te expliciet. Voor deze zichzelf
respecterende subregionale omroeporganisatie. En voor de doelgroep. Diezelfde
halvezolen die het nummer meezongen. Meelalden. Gekkenhuis.