zondag 22 juli 2012

Eddy Grant – Gimme Hope Jo’Anna (1988, hoogste positie: 1)


Uiteraard was ik er blij mee dat ik tijdens de enige redactievergadering die we ooit gehad hebben steun kreeg van Steven, rechterhandje van Gekke Henkie, die vaak getooid was met een baard van minimaal een week, hoewel hij de leeftijd van 30 jaar nog niet bereikt had. Het paste wel bij hem, want hij had een grote interesse in alles wat zich ten oosten van het voormalige IJzeren Gordijn bevond. Hij zag er Russisch uit, en eigenlijk konden we het het eerste jaar –ja,ja, zo lang was het al- van mijn aanwezigheid in Vudel, dat krankzinnige deel van Nederland, best goed samen vinden. Dacht ik.

Misschien kwam het omdat we een gemeenschappelijke hekel hadden aan Dikke Joep? We rookten stiekem zijn shag of sigaretten op, wanneer hij op reportage was en zijn rookwaar in de keuken van de sociale werkplaats had laten liggen. En wanneer we samen op pad waren, en dat kwam maar zelden voor, voor een televisie-item, dan lachten we wat af om de streken van de oversized redacteur bij deze subregionale omroep.

Op een dag, ergens in februari 2007, hadden we zelfs voor het eerst een mooi item samen gemaakt, met archiefmateriaal aangekleed, over Oldies Back on Stage. Naar aanleiding van de perikelen tijdens dit festivalletje, waar illustere namen als Mud en Slade acte de présence gaven, het jaar daarvoor, had de burgemeester besloten dat er minder toeschouwers naar toe mochten. Dat betekende een financiële strop voor het theater en de zeer homoseksuele directeur was daar nogal verbolgen over.

We lieten beiden aan het woord over de kwestie, netjes hoor en wederhoor toepassend, hoewel we het eigenlijk net verkeerd om deden want we spraken eerste de burgemeester en toen pas de theaterdirecteur. Maar de boosheid en het archiefmateriaal kwamen beiden goed naar voren. Steven tevreden en ik tevreden. “Mooi item hoor”, zei het rechterhandje.

Op de terugweg vroeg Steven of ik zin had om langs te gaan bij de nieuwe radio en televisiestudio’s op het industrieterrein, waar de bouw van het nieuwe pand inmiddels al aardig gevorderd was. Tuurlijk, antwoordde ik, hoewel ik eigenlijk nauwelijks tijd had, druk als ik meende te zijn.

Steven liep daar rond met een enorme grijns op zijn gezicht. Hij was er maar wat trots op, en het dient gezegd: Voor een audiovisueel bedrijfje, samen met een lokale omroep, was het ook tamelijk indrukwekkend. De euro’s van Harrie Vangeneugden, suikeroompje, mochten blijkbaar rijkelijk vloeien.

“Hier komen dan de televisiestudio’s”, pochte de Oost-Europeaanse  Wannabe. We liepen door een deur. “En hier komen dan de montageruimtes voor radio en tv. Drie stuks. En dit wordt de wc”. Ook die zag er indrukwekkend uit. We liepen door de gang. “En hier rechts de inspreekcel voor radio en tv”, ging het rechterhandje verder. En de hoek om. “Hier rechts komt het kantoor van Gekke Henkie. Daar links de ruimte voor de acquisitie. Daarnaast de keuken, en daar tegenover de ontvangst- en presentatieruimte. Naast het kantoor van Gekke Henkie komen jullie dan te zitten, op de redactie, met glas tussen de ruimtes, zodat Gekke Henkie jullie goed in de gaten kan houden.”

Hij grijnsde. Ik grijnsde met hem mee. Als een boer op bezoek bij de tandhygiëniste. “Mooi he?” vroeg Steven retorisch. Ik beaamde het toch. Het zag er goed uit. “We gaan hier mooie dingen maken”, besloot hij. Ik moet zeggen dat ik toch wel enigszins aangetast werd door zijn enthousiasme. Ik had het voor deze dag ook nog nooit bij hem waargenomen. En even had ik de hoop, dat het allemaal toch nog goed zou komen. Hoewel een stemmetje in mijn hoofd mij meteen tot de orde riep, want die was blijkbaar wel wijzer geworden van het afgelopen jaar. Ik ook wel trouwens. Eerst zien, dan geloven. Hoop doet dan wel leven, maar deze hoop zou altijd een geurtje blijven houden. Nee, deze hoop zou zelfs gigantisch gaan stinken. 

zondag 8 juli 2012

Gnarls Barkly – Crazy (2006, hoogste positie: 3)


Gekke Henkie had het plan opgevat dat het wel goed zou zijn als er iedere week een redactievergadering zou plaatsvinden, de idioot. Om het goede voorbeeld te geven zou hij zelf de eerste redactievergadering voorzitten, en daarna zou het redactionele gedeelte van SkyDive RTV, bestaande uit Dikke Joep, Sander Parkinson, mijzelf, en wellicht zelfs Jochem Paardenstaart vanaf 1 maart aanstaande, zelfstandig wekelijks om tafel zitten. Het zou er nooit van komen.

Dus daar zaten we dan, op een dinsdagmiddag, zo rond de klok van twaalven, wat dus inhield dat ik me vroeger diende te melden, dan waarin mijn contract voorzag. En zo zou het dus wekelijks dienen te zijn, want ik moest er nou immers, volgens de besnorde mafketel, rekening mee houden dat een journalist 24 uur per dag aan het werk was, ongeacht het contract en de beloning. Bovendien moest ik mij van mijn goede kant laten zien, met het oog op de ontwikkelingen van de afgelopen weken, waarin ik zomaar ziek was, een nieuwsbericht had gecopypaste, en o ja, dat derde akkefietje, waarvan niemand ooit de naad en en het kousje zou weten. Mooi woord: akkefietje. Kousje trouwens ook.

Gekke Henkie nam het woord en begon uiteraard allereerst met te melden dat hij hier liever ook niet zat, maar dat hij nou eenmaal tegen zijn zin in gedwongen werd, min of meer, om SkyDive over te nemen, en bla, bla, bla... het werd eentonig. Daarna vond de psychiatrisch patiënt het nodig om te melden, dat het wel de bedoeling was dat wanneer de redactie een cameraman op pad stuurde voor het maken van beeld bij een beelditem, de cameraman wel was aangemeld, “iets wat Bertje dus had verzuimd gisteravond, toen Gerald de uitreiking van een lintje zou gaan filmen.”

“He, maar dat heb ik wel gedaan”, riep ik.
“Heb je niet”, schreeuwde Gerald.
“Wel waar man, ik heb de gemeente gebeld!”schreeuwde ik nog iets harder.
“Niet”, schreeuwde Gerald, “ze wisten van niks.”
“Kom, we bellen ze nu op! Dan zul je zien dat ik wel gebeld had!”
“Okee, bel ze maar op!”

“Nou, dat hoeft nu niet”, onderbrak Gekke Henkie, “maar de volgende keer moet het goed geregeld worden”.
“Aaargh”, zuchtte ik.
“Erger vind ik”, ging Gekke Henkie verder, “is dat je je volgens Jan van de Burelen laatst slecht had voorbereid op een gesprek met gedeputeerde Onno Ruup. Je wist helemaal niet wat hij deed bij de Provinciale Staten”,..
“Wel godverdomme”, en ik sloeg hard met mijn vuist op tafel, iets wat ik nog nooit in mijn leven had gedaan, en wat achteraf een goede actie bleek te zijn. “Ten eerste wist ik wel wat hij deed, maar ik liet het hem vertellen, omdat dat nou eenmaal beter is voor de radio, en ten tweede is het moeilijk voorbereiden als je bij binnenkomst in dit dorp, meteen door moet naar een afspraak, en ten derde als Jan van de Burelen iets te melden heeft, moet hij dat in mijn gezicht doen. Godverdomme!” De tranen schoten in mijn ogen. Van woede, en mij aangedaan onrecht.

“Nou, nou”, probeerde Tinus Brandsma de boel te sussen.
“Je hebt er in ieder geval over nagedacht”, bracht rechterhandje Steven in, waarmee hij de stemming wel wat milder deed omkeren.
Wat er verder allemaal nog gezegd werd, ging volledig langs me heen. Ik brieste van binnen. Kookte. Maar nog niet over. Waren deze mensen nu allemaal gek geworden? Hartstikke gek? Van Gekke Henkie wisten we dat natuurlijk, getuige zijn naam. Maar de rest? Waren ze gek? Of probeerden ze mij gek te maken? Of was ik al gek? Lastig, als iedereen gek is, en jij bent normaal, is iedereen dan wel gek? Of ben jij het al?

Het enige voordeel achteraf is, dat ik vanaf nu anders in het werkzame leven ben gaan staan. Minder gespannen, minder gestrest, minder perfectionistisch, onverschilliger. Daardoor zou de kwaliteit, hoe gek ook, van mijn werk uiteindelijk omhoog gaan. En ik zou mij er prettiger bij gaan voelen. Want wat kon mij het eigenlijk allemaal schelen? Helemaal niets meer. Mij kregen ze niet gek.

Aan het eind van deze eenmalige redactievergadering boksten Gerald en ik met de vuisten tegen elkaar. Een boks, waarmee min of meer gezegd werd, dat we vanaf nu beter zouden samenwerken. Er werden geen woorden meer aan vuil gemaakt. Zonder dat er nu sprake was van warmte, was de verstandhouding vanaf dat moment een stuk beter. Gek hoor.