Uiteraard was ik er blij mee dat ik tijdens de enige
redactievergadering die we ooit gehad hebben steun kreeg van Steven,
rechterhandje van Gekke Henkie, die vaak getooid was met een baard van minimaal
een week, hoewel hij de leeftijd van 30 jaar nog niet bereikt had. Het paste
wel bij hem, want hij had een grote interesse in alles wat zich ten oosten van
het voormalige IJzeren Gordijn bevond. Hij zag er Russisch uit, en eigenlijk
konden we het het eerste jaar –ja,ja, zo lang was het al- van mijn aanwezigheid
in Vudel, dat krankzinnige deel van Nederland, best goed samen vinden. Dacht
ik.
Misschien kwam het omdat we een gemeenschappelijke hekel hadden
aan Dikke Joep? We rookten stiekem zijn shag of sigaretten op, wanneer hij op
reportage was en zijn rookwaar in de keuken van de sociale werkplaats had laten
liggen. En wanneer we samen op pad waren, en dat kwam maar zelden voor, voor
een televisie-item, dan lachten we wat af om de streken van de oversized
redacteur bij deze subregionale omroep.
Op een dag, ergens in februari 2007, hadden we zelfs voor
het eerst een mooi item samen gemaakt, met archiefmateriaal aangekleed, over Oldies
Back on Stage. Naar aanleiding van de perikelen tijdens dit festivalletje, waar
illustere namen als Mud en Slade acte de présence gaven,
het jaar daarvoor, had de burgemeester besloten dat er minder toeschouwers naar
toe mochten. Dat betekende een financiële strop voor het theater en de zeer
homoseksuele directeur was daar nogal verbolgen over.
We lieten beiden aan het woord over de kwestie, netjes hoor
en wederhoor toepassend, hoewel we het eigenlijk net verkeerd om deden want we
spraken eerste de burgemeester en toen pas de theaterdirecteur. Maar de
boosheid en het archiefmateriaal kwamen beiden goed naar voren. Steven tevreden
en ik tevreden. “Mooi item hoor”, zei het rechterhandje.
Op de terugweg vroeg Steven of ik zin had om langs te gaan
bij de nieuwe radio en televisiestudio’s op het industrieterrein, waar de bouw
van het nieuwe pand inmiddels al aardig gevorderd was. Tuurlijk, antwoordde ik,
hoewel ik eigenlijk nauwelijks tijd had, druk als ik meende te zijn.
Steven liep daar rond met een enorme grijns op zijn gezicht.
Hij was er maar wat trots op, en het dient gezegd: Voor een audiovisueel
bedrijfje, samen met een lokale omroep, was het ook tamelijk indrukwekkend. De euro’s
van Harrie Vangeneugden, suikeroompje, mochten blijkbaar rijkelijk vloeien.
“Hier komen dan de televisiestudio’s”, pochte de
Oost-Europeaanse Wannabe. We liepen door
een deur. “En hier komen dan de montageruimtes voor radio en tv. Drie stuks. En
dit wordt de wc”. Ook die zag er indrukwekkend uit. We liepen door de gang. “En
hier rechts de inspreekcel voor radio en tv”, ging het rechterhandje verder. En
de hoek om. “Hier rechts komt het kantoor van Gekke Henkie. Daar links de
ruimte voor de acquisitie. Daarnaast de keuken, en daar tegenover de ontvangst-
en presentatieruimte. Naast het kantoor van Gekke Henkie komen jullie dan te
zitten, op de redactie, met glas tussen de ruimtes, zodat Gekke Henkie jullie
goed in de gaten kan houden.”
Hij grijnsde. Ik grijnsde met hem mee. Als een boer op
bezoek bij de tandhygiëniste. “Mooi he?” vroeg Steven retorisch. Ik beaamde het
toch. Het zag er goed uit. “We gaan hier mooie dingen maken”, besloot hij. Ik
moet zeggen dat ik toch wel enigszins aangetast werd door zijn enthousiasme. Ik
had het voor deze dag ook nog nooit bij hem waargenomen. En even had ik de hoop,
dat het allemaal toch nog goed zou komen. Hoewel een stemmetje in mijn hoofd
mij meteen tot de orde riep, want die was blijkbaar wel wijzer geworden van het
afgelopen jaar. Ik ook wel trouwens. Eerst zien, dan geloven. Hoop doet dan wel
leven, maar deze hoop zou altijd een geurtje blijven houden. Nee, deze hoop zou
zelfs gigantisch gaan stinken.