zondag 18 maart 2012

Ellen Foley - We belong to the night (1979, hoogste positie: 1)

Ze zeggen wel eens dat op ieder potje een dekseltje past. “Op ieder potje past een dekseltje”, zeggen ze dan. Dat is niet zo. Er zijn potjes waar echt geen dekseltje bij past, zoals er ook dekseltjes zijn waarvan je kunt zeggen: “Nee, die past echt op geen potje.”

Toen mij dan ook werd verteld dat Jochem Paardenstaart een vriendin had, kon ik een kreet van verbazing en misselijke verrukking niet onderdrukken. Dat kon niet zo zijn. Dit dekseltje paste echt op geen potje. Dat kon niet zo zijn.

Ik had gelijk. Jochem Paardenstaart paste bij geen enkel potje. Totdat ik zijn vriendin zag. Het schepsel, dat vrijwillig radio maakte bij SkyDive FM in het weekend en luisterde naar de naam Juutje, mocht de term vrouw niet gebruiken. Om het milder wat zeggen: Ze was erg onaantrekkelijk.

En toch had ik gelijk. Ook al waren beide wezens nauwelijks van menselijke kunne, en konden beide wezens geen enkel ander wezen krijgen, toch pasten ze niet echt bij elkaar. Maar het gebeurt vaker. Een potje waar geen dekseltje bij past, en een dekseltje dat op geen enkel potje lekker aansloot, koos voor elkaar. Zodat men toch een setje kon vormen. Dat het voor geen meter sloot, kon verder niemand echt boeien. Want zowel het potje als het dekseltje, maar dat moge duidelijk zijn, waren niet echt gewild. Waren echt niet gewild. Volledig ongewild.

Deze Jochem Paardenstaart, die dus nog bij zijn ouders woonde, een jaar of 30 was, een vriendin had, en stonk, zou de technische man worden in de nieuwe organisatie. En omdat dat nu eenmaal geen fulltime bezigheid was, zou hij ook de nieuwe radioman worden. Hij zou mijn programma krijgen op SkyDive FM. Ook al was hij onverstaanbaar, en was hij zo gezellig, spraakmakend, bespraakt, journalistiek bedreven als een oude washand. En stonk hij.

Hij kon pas over twee maanden beginnen, want hij had nog een baan als IT-specialist in Hilversum, en de opzegtermijn was nu eenmaal twee maanden. Maar dan, ja dan, nou, hou je hoed maar vast. Ik kon niet wachten.

“Ik heb er echt geen zin meer in”, zei Dikke Joep dan ook. “Ik ben druk op zoek naar iets anders”. En hij bedoelde geen nieuwe vriendin. Ik kon niet anders dan hem gelijk geven…
“Als ik moet gaan luisteren naar iemand als Jochem Paardenstaart, is voor mij de lol er af. Bovendien komt hij echt niet voor een grijpstuiver weer terug naar Vudel. Hij gaat verdomme meer verdienen dan ik. En hij kan helemaal niks!”, schreeuwde de veel overtollig vet meedragende collega.

“Zou jij ook moeten doen, hoor”, gaf hij mij nog wat overbodig advies mee, iets anders zoeken.“ “Jahaa”, antwoordde ik. “Maar nog effe niet.” Ik had al meer dan een half jaar me helemaal rot gelachen om de avonturen van een Nijmegenaar in mongolenland, daar kon nog wel een aantal maanden bij. Dacht ik.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten